ECLI:NL:GHSHE:2002:AE9781
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- Mr. Vonhögen
- Mrs. Venhuizen
- Mrs. Tuijn
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de verdachte tegen de beschikking van de arrondissementsrechtbank te Roermond, gedateerd 3 oktober 2002. In deze beschikking werd het verzoek tot schorsing van de aan de verdachte opgelegde voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Oosterhoek' te Grave, heeft zijn zaak voorgelegd aan het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting heeft het Gerechtshof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. Het Hof overweegt dat, gelet op artikel 87, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep. Dit is gebaseerd op het feit dat er eerder, op 5 september 2002, al een beschikking was gegeven door de arrondissementsrechtbank te Roermond, waarin op een eerder verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis was beslist.
Het Gerechtshof heeft vervolgens de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering in overweging genomen, waaronder artikelen 66, 67, 67a, 75, 78 en 80 t/m 88. Uiteindelijk heeft het Hof beslist dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep. De beschikking is op 31 oktober 2002 door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch vastgesteld, en de advocaat-generaal heeft deze beschikking aan de verdachte bekendgemaakt.