ECLI:NL:GHSHE:2002:AF2180
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. de Lange
- Mrs. Huurman-van Asten
- Mrs. Ficq
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bewijsvoering inzake beveiligingswerkzaamheden door een rechtspersoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 december 2002 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, dat op 18 januari 2002 was gewezen. De verdachte, een rechtspersoon, was eerder veroordeeld tot een geldboete van zevenhonderd vijftig euro wegens het overtreden van een voorschrift gesteld bij artikel 2, eerste lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De verdachte zou beveiligingswerkzaamheden hebben verricht zonder de benodigde vergunning van de Minister van Justitie.
Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft het hof de bewijsvoering van de eerste rechter kritisch bekeken. Het hof oordeelde dat de enkele observatie, waaruit zou moeten blijken dat de verdachte beveiligingswerkzaamheden verrichtte, onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De vennoot van de verdachte verklaarde dat hij op de betreffende dag zelf de bezoekersstroom reguleerde, wat volgens het hof tot de normale zorg van een uitbater van een etablissement behoort. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte een beveiligingsorganisatie in stand hield of beveiligingswerkzaamheden verrichtte.
Het hof heeft het eerder gewezen vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij de beoordeling van overtredingen van de wetgeving omtrent particuliere beveiligingsorganisaties. Het hof heeft de zaak op basis van de beschikbare informatie en verklaringen opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten.