ECLI:NL:GHSHE:2002:AF4467
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de beslissing van de Inspecteur inzake de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1992
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroep van belanghebbende, een inwoner van Californië, tegen de beslissing van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De Inspecteur had op 31 december 1998 besloten om voor het jaar 1992 geen aanslag in de inkomstenbelasting op te leggen. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur deze beslissing, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juni 2002 zijn zowel belanghebbende als de Inspecteur gehoord.
De Inspecteur voerde aan dat het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden, omdat de termijn voor het opleggen van een aanslag al meer dan twee jaar verstreken was. Het Hof oordeelde echter dat het bezwaar wel ontvankelijk was, verwijzend naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad. Belanghebbende stelde dat de termijnoverschrijding hem niet kon worden tegengeworpen, omdat dit in strijd zou zijn met mensenrechtenverdragen en het recht van de Europese Gemeenschappen. Het Hof verwierp dit standpunt, omdat de termijn gelijkelijk geldt voor binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen.
Uiteindelijk oordeelde het Hof dat de Inspecteur in zijn recht stond en dat de uitspraak van de Inspecteur in stand moest blijven. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd op 5 december 2002 openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van het proces-verbaal op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.