ECLI:NL:GHSHE:2003:AF3213
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- A. Feith
- M. de Groot-van Dijken
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de Gemeente Eindhoven tegen Combinet Personenvervoer B.V. inzake vergoeding voor niet-medische begeleiders en rolstoeltoeslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 januari 2003 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Gemeente Eindhoven tegen Combinet Personenvervoer B.V. De zaak betreft een geschil over de vergoeding voor niet-medische begeleiders en rolstoeltoeslagen in het kader van een overeenkomst die in juni 2000 werd gesloten na een Europese aanbesteding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoerssysteem (CVV) voor gehandicapten. De gemeente had bij exploot van 5 december 2001 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de president van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 27 november 2001, waarin de subsidiaire vordering van Combinet was toegewezen. Combinet vorderde onder andere een verklaring voor recht dat zij recht had op een aanvullende vergoeding voor niet-medische begeleiders en een schadevergoeding.
Het hof oordeelde dat de kans dat de bodemrechter het standpunt van Combinet zou honoreren gering was. Het hof stelde vast dat Combinet, door de overeenkomst van juni 2000 te ondertekenen, had ingestemd met de letterlijke tekst van het bestek, waarin geen recht op aanvullende vergoedingen was opgenomen. De gemeente had eerder wel vergoedingen betaald, maar dit was volgens het hof niet in overeenstemming met de overeenkomst. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de vordering van Combinet af, waarbij het ook de gemeente in het gelijk stelde en Combinet veroordeelde tot terugbetaling van eerder ontvangen bedragen.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke contractuele afspraken en de gevolgen van het niet naleven daarvan. Het hof concludeerde dat de gemeente niet gehouden was om de door Combinet gevorderde vergoedingen te betalen, aangezien deze niet waren overeengekomen in de contracten. De uitspraak is van belang voor de rechtsverhouding tussen gemeenten en aanbieders van zorg- en vervoersdiensten, vooral in het kader van aanbestedingen en contractuele verplichtingen.