ECLI:NL:GHSHE:2003:AF3327
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Koens
- A. Drijkoningen
- J. Den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake faillissementsaanvraag van Imagement door werknemers
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een groep werknemers tegen de faillissementsaanvraag van hun werkgever, Imagement. De werknemers hebben op 31 december 2002 een beroepschrift ingediend om het vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch, dat op 27 november 2002 het faillissement van Imagement heeft uitgesproken, te vernietigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 januari 2003, waarbij zeven van de tien appellanten aanwezig waren, evenals de advocaten van beide partijen en de curator, mr. A.J. Keizers.
De werknemers betogen dat Imagement op het moment van de faillissementsaanvraag niet in een toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen en dat er sprake was van misbruik van bevoegdheid. Het hof oordeelt dat de werknemers tijdig in hoger beroep zijn gekomen en dat de gronden van hun beroep ontvankelijk zijn. Het hof verwijst naar de inhoud van het beroepschrift en de relevante processtukken.
Het hof overweegt dat Imagement op 27 november 2002 in een toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen, en dat de faillissementsaanvraag niet enkel was gedaan om de arbeidsrechtelijke bescherming van de werknemers te ontlopen. De financiële gegevens tonen aan dat de onderneming in een slechte financiële positie verkeerde, met een dalende omzet en oplopende schulden. De rol van TBI, de aandeelhouder van Imagement, wordt ook besproken, maar het hof concludeert dat TBI en Imagement verschillende rechtspersonen zijn en dat de vordering van TBI op Imagement niet buiten beschouwing kan worden gelaten.
Uiteindelijk komt het hof tot de conclusie dat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd, en dat de faillissementsaanvraag van Imagement rechtmatig was. De werknemers zijn niet onevenredig geschaad in hun arbeidsrechtelijke belangen door de faillissementsaanvraag, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.