ECLI:NL:GHSHE:2003:AF4012
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Waaijers
- A. van Teeffelen
- D. Dorn
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige door Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank te Breda, waarin een machtiging werd verleend aan de Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant om haar minderjarige kind uit huis te plaatsen. De moeder verzocht om vernietiging van deze beschikking, die op 2 oktober 2002 was gegeven, en stelde dat de noodzaak voor uithuisplaatsing ontbrak. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 december 2002, waarbij de moeder, haar advocaat, en vertegenwoordigers van de stichting en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. Tijdens de behandeling werd ook de zoon van de moeder in raadkamer gehoord.
De moeder betoogde dat de rechtbank bij haar beslissing was uitgegaan van onjuiste en onvolledige gegevens, en dat haar kind wel degelijk bij haar wilde wonen. Ze wees erop dat het kind twee weken na de mondelinge behandeling weer bij haar was geplaatst, omdat er geen geschikte opvangplaats kon worden gevonden. De gezinsvoogd bevestigde dat de plaatsing in het pleeggezin was beëindigd en dat de stichting geen andere geschikte plaats kon vinden.
Het hof oordeelde dat de stichting, na gebruik te hebben gemaakt van de machtiging, deze plaatsing twee weken later had beëindigd. Hierdoor was het belang van de moeder bij het beroep komen te vervallen. Het hof concludeerde dat de stichting opnieuw een verzoek bij de kinderechter zou moeten indienen als zij opnieuw uithuisplaatsing wenste. Gelet op deze overwegingen werd het beroep van de moeder wegens gebrek aan belang afgewezen en werd de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.