ECLI:NL:GHSHE:2003:AF5178
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B. Bod
- K. Kranenburg
- S. Smeenk-Van der Weijden
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van ouders voor schade aan hun kind door onrechtmatig handelen
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 februari 2003, gaat het om de aansprakelijkheid van de ouders van een dertienjarige jongen, [de zoon], die op 26 mei 1996 ernstig letsel aan zijn oog opliep tijdens het spelen op een bouwterrein. De jongen was op dat moment bij zijn vader, [geïntimeerde 2], in het kader van een bezoekregeling, terwijl zijn moeder, [geïntimeerde 1], voogdes was. De appellante, een bouwbedrijf, heeft de ouders in vrijwaring aangesproken, stellende dat zij onrechtmatig hebben gehandeld door hun kind niet voldoende te beschermen tegen de gevaren van het bouwterrein.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet onrechtmatig hebben gehandeld. Het hof oordeelt dat ouders een zekere mate van vrijheid aan hun kinderen moeten geven om hen te laten opgroeien tot zelfstandige individuen. In dit geval was [de zoon] oud genoeg om zelfstandig naar school en andere gelegenheden te gaan. Het hof concludeert dat de ouders niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de schade die [de zoon] heeft geleden, omdat zij niet in de nabijheid waren en niet konden voorzien dat hij het bouwterrein zou betreden.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de ouders niet tekort zijn geschoten in hun zorgplicht. Het hof onderschrijft deze conclusie en oordeelt dat er geen grond is voor een bijdrageplicht van de ouders in de schade die [de zoon] heeft geleden. De vordering van de appellante wordt afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellante wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.