ECLI:NL:GHSHE:2003:AF6851

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00/01577
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Blokland
  • P.H.A. Calis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van een in Marokko wonende belanghebbende

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 6 februari 2003 uitspraak gedaan in het beroep van de heer X, wonende in Marokko, tegen de uitspraak van de rijksbelastingdienst met betrekking tot de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De belanghebbende, die in 1972 rugletsel opliep en in 1974 naar Marokko verhuisde, had op de dag van zijn vertrek recht op een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Wao). De belastingdienst had hem in de heffing van premie volksverzekeringen betrokken, waartegen hij bezwaar aantekende.

Tijdens de mondelinge behandeling op 23 januari 2003 was de ambtenaar van de belastingdienst aanwezig, maar de belanghebbende zelf verscheen niet. Het Hof heeft vastgesteld dat de aanslag was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van nihil en een premie-inkomen van fl. 25.727, met toepassing van tariefgroep 2. De belastingdienst had de aanslag verminderd door tariefgroep 3 toe te passen.

Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor de 90%-regeling, omdat hij in zijn aangifte voor 1997 had aangegeven niet in aanmerking te komen voor deze regeling. De bewijslast lag bij de belanghebbende, die niet aannemelijk had gemaakt dat hij recht had op de geclaimde aftrek wegens buitengewone lasten. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijk verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 00/01577
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
PROCES VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, twaalfde enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van de heer X te Y, Marokko (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid particulieren/ondernemingen buitenland te P van de rijksbelastingdienst (hierna, evenals de Voorzitter van het managementteam van het onderdeel Belastingdienst/Limburg van de rijksbelastingdienst, de thans ten aanzien van belanghebbende bevoegde inspecteur, aan de duiden als: de ambtenaar) op het bezwaarschrift van belanghebbende betreffende de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997.
De mondelinge behandeling
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 23 januari 2003 te 's-Hertogenbosch. Aldaar is de ambtenaar verschenen en gehoord. Belanghebbende is niet verschenen.
Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 6 februari 2003, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
De beslissing
Het Hof verklaart het beroep ongegrond.
De gronden
1. De onderhavige aanslag is opgelegd naar een belastbaar inkomen van nihil en een premie-inkomen van fl. 25.727,--, met toepassing van tariefgroep 2. Bij de bestreden uitspraak is de aanslag verminderd in dier voege dat tariefgroep 3 is toegepast.
2.1. Ingevolge artikel 8, lid 1, letter a, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen (tekst 1997) is verzekerd degene, die buiten Nederland is gaan wonen en op de dag van zijn vertrek recht had op een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: de Wao).
2.2. Belanghebbende, geboren in 1938, liep in 1972 rugletsel op als gevolg van een ongeval. In 1974 is hij weer in zijn geboorteland Marokko gaan wonen. Op de dag van zijn vertrek van Nederland naar Marokko had belanghebbende recht op een uitkering ingevolge de Wao. Ook in 1997 had belanghebbende recht op een uitkering ingevolge de Wao. Belanghebbende is terecht in de heffing van premie volksverzekeringen betrokken. Belanghebbende komt niet in aanmerking voor "vrijstelling van premies volkverzekeringen".
3.1. Alleen op grond van de zogenoemde 90%-regeling van de staatssecretaris van Financiën bestaat voor belanghebbende de mogelijkheid een aftrek als buitengewone lasten (ziektekosten, kosten levensonderhoud kinderen jonger dan 27 jaar) te claimen.
3.2. In belanghebbendes aangifte voor het jaar 1997 is bij de vraag "Komt u in aanmerking voor de 90%-regeling?" (vraag 21a van het aangiftebiljet) het vakje "nee" aangekruist. Het Hof gaat in verband hiermee ervan uit dat belanghebbende voor het jaar 1997 niet voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de 90%-regeling. In ieder geval heeft belanghebbende, op wie in deze de bewijslast rust, het tegendeel niet aannemelijk gemaakt. Reeds die omstandigheid verhindert de door belanghebbende geclaimde aftrek wegens buitengewone lasten.
4. Het gelijk is aan de zijde van de Inspecteur. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.
De proceskosten
Het beroep is ongegrond. In verband hiermee acht het Hof geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus gedaan door T. Blokland, lid van voormelde Kamer, en voor wat betreft de beslissing in tegenwoordigheid van P.H.A. Calis, griffier, in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2003.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 17 februari 2003
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende € 43,50.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van € 174 verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.