ECLI:NL:GHSHE:2003:AF7209

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.002511.01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Huurman-van Asten
  • P. de Vries-Leemans
  • A. Adelmeijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 april 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de rechtbank. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een geldboete en had hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het zich baseerde op de aangiften van diefstal en de verklaringen van getuigen. Het hof oordeelde dat de enkele aangifte van diefstal onvoldoende bewijs opleverde voor de betrokkenheid van de veroordeelde bij de feiten. Daarom werden alleen de feiten meegenomen waarbij voldoende bewijs aanwezig was. Het hof heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitgevoerd op basis van de waarde van de goederen zoals aangegeven door de aangevers, en heeft daarbij ook rekening gehouden met de verklaringen van getuigen over de hoeveelheid goederen die normaal gesproken aanwezig waren in de winkel. De uiteindelijke schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel kwam uit op EUR 14.814,45, dat de veroordeelde aan de Staat moest betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door hechtenis. Het hof vernietigde de eerdere uitspraak en legde de verplichting op tot betaling van het geschatte bedrag.

Uitspraak

parketnummer : 20.002511.01
uitspraakdatum : 8 april 2003
tegenspraak;
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
A R R E S T
op het hoger beroep, ingesteld tegen de uitspraak ex art. 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 9 augustus 2001 onder parketnummer 01/059033-00, tegen:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans verblijvende in dagdetentie in het Huis van Bewaring te Roermond,
hierna te noemen: veroordeelde.
Het hoger beroep
De veroordeelde heeft tijdig tegen genoemde uitspraak hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de veroordeelde naar voren is gebracht.
De beslissing waarvan beroep
De beroepen beslissing zal worden vernietigd omdat het hof zich daarmee niet kan verenigen.
De beoordeling
Veroordeelde is bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te 's-Hertogenbosch onder parketnummer 01/059033-00 van 31 mei 2001 veroordeeld ter zake:
parketnummer : 20.002511.01 O.W.V.
datum uitspraak: 8 april 2003
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of, en zoja in hoeverre, veroordeelde wederrechtelijk voordeel - waaronder begrepen besparing van kosten - heeft verkregen door middel van of uit de baten van het bewezen verklaarde, van soortgelijke feiten of van andere feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door veroordeelde zijn begaan en waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd.
DE DOOR HET HOF GEBRUIKTE BEWIJSMIDDELEN:
PRO MEMORIE
De redengeving van de op te leggen maatregel
Het hof heeft bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel de volgende uitgangspunten gehanteerd.
Het hof is van oordeel dat de enkele aangifte van diefstal van geld of goederen op zichzelf genomen een onvoldoende aanwijzing oplevert dat de veroordeelde het feit heeft begaan.
Het hof zal daarom die feiten waarbij slechts een dergelijke aangifte voorhanden is, niet meenemen in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het hof acht voor wat betreft de feiten 23, 36, 47, 71, 91, 145 en 146 in het dossier onvoldoende aanwijzingen aanwezig dat deze door veroordeelde zijn begaan.
Nu veroordeelde noch zijn mededader een verklaring hebben afgelegd over het door hen verkregen voordeel, zal het hof telkens per feit bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitgaan van hetgeen de aangever over de waarde van de betreffende goederen verklaart, tenzij er anderszins aanwijzingen zijn omtrent de hoogte van het verkregen voordeel. De aangifte wordt door het hof derhalve in beginsel als voldoende grondslag aangemerkt bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Voor wat betreft de rookwaren hanteert het hof bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel als maatstaf dat als het aantal pakjes bekend is, daarvan dient te worden uitgegaan, en dat als alleen het totale schadebedrag bekend is, de voordeelsberekening hierop kan worden gebaseerd. Het hof heeft daarbij gelet op het feit dat het hier gaat om voorraden die normaal gesproken in de betreffende winkel aanwezig kunnen zijn. Voorts heeft het hof daarbij in ogenschouw genomen de verklaringen van de beide getuigen [getuige], omtrent de hoeveelheid goederen die in de regel aanwezig was.
Het hof houdt voorts de berekening aan uit het financieel verslag van de Dienst Centrale Recherche, afdeling Financiële Recherche van de Politieregio Brabant Noord te 's-Hertogenbosch, d.d. 6 april 2001.
Dit verslag houdt ten aanzien van alle feiten waarbij rookwaar is betrokken in als berekening aan:
Sigaretten per pakje van 20 stuks: f. 6,60.
Sigaretten per pakje van 25 stuks: f. 7,55.
Shag per pakje van 50 gram: f. 7,65.
De gemiddelde consumentenprijs voor sigaretten en shag komt derhalve op:
f. 6,60 + f. 7,55 + f. 7,65 = f. 21,80 : 3 = f. 7,27 afgerond.
parketnummer : 20.002511.01 O.W.V.
datum uitspraak: 8 april 2003
Uit de verklaringen van de beide getuigen [getuige] blijkt dat zij ook sigaretten kregen uit de buit. De levering aan de heler zal derhalve per delict met 2 sloffen (20 pakjes) worden verminderd. Voornoemd eigen gebruik zal worden aangemerkt als een besparing van kosten. Deze besparing van kosten zal tegen de consumentenprijs van f. 7,27 per pakje (20 x f. 7,27 = f. 145,40) worden meegenomen in de voordeelberekening.
Uit de in het dossier opgenomen verklaringen van de getuigen [getuige] blijkt dat [betrokkene] en [veroordeelde] voor de door hen ontvreemde en aan de heler verkochte rookwaren (sigaretten en/of shag) f. 2,50 per pakje kregen. Het hof zal hier van uit gaan.
Het hof komt dan tot de volgende berekening:
Achter elk van de feiten zal worden vermeld hoe en op welk bedrag het hof het geschatte, door veroordeelde verworven voordeel vaststelt. De bedragen zijn in guldens vermeld. De uitkomst van het totale bedrag zal het hof omrekenen in euro's.
delict 4: berekening conform financieel verslag: f. 1405,--.
delict 7: 133 sloffen x 10 pakjes= 1330 pakjes - 20 pakjes eigen gebruik x f. 2,50 + 20 x f. 7,27 (besparing van kosten) = f. 3129,60 : 2 = f. 1564,80
delict 13: Het hof zal, evenals de rechtbank, bij de berekening van het voordeel, verkregen uit de verkoop van de koffie, uitgaan van de verklaringen van [getuige] ('81).
rookwaren: f. 1000,-- (waarde cfm aangifte) : f. 7,27 = 137 pakjes - 20 pakjes = 107 x f. 2,50= f. 267,50 + f. 145,40 (besparing van kosten) = f. 412,90
koffie: f. 500,--
totaal: f. 412,90 + f. 500,-- = 912,90 : 2 = f. 456,45
delict 20: Er zijn onvoldoende gegevens om tot een schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel te komen.
delict 37: berekening conform financieel verslag: f. 909,--
delict 39: berekening conform financieel verslag: f. 1703,--
delict 40: Het hof gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de verklaring van [getuige] ('81) dat veroordeelde en zijn mededader voor de sieraden en horloges ieder f. 1200,-- hebben ontvangen.
2 x f. 1200,-- (opbrengst volgens [getuige]) + 2 x f. 2500,-- (besparing van kosten) = f. 7400,-- : 2 = f. 3700,--
delict 45: berekening conform financieel verslag: f. 1700,--
parketnummer : 20.002511.01 O.W.V.
datum uitspraak: 8 april 2003
delict 48: berekening conform financieel verslag: f. 625,--
delict 65: berekening conform financieel verslag: f. 801,--
delict 66: Nu de civiele vordering ter zake van dit feit is toegewezen tot een bedrag van f. 5000,--, dient dit bedrag in mindering te worden gebracht op het berekende voordeel.
f. 6000,-- (verkoopprijs) - f. 5000,-- (toewijzing civ.partij) = f. 1000,-- : 2 = f. 500,--
delict 68: berekening conform financieel verslag: f. 506,--
delict 69: berekening conform financieel verslag: f. 1260,--
delict 73: berekening conform financieel verslag: f. 886,--
delict 74: berekening conform financieel verslag: f. 689,--
delict 76: berekening conform financieel verslag: f. 972,50
delict 79: berekening conform financieel verslag: f. 4000,--
delict 105: berekening conform financieel verslag: f. 2335,--
delict 108: berekening conform financieel verslag: f. 794,50
delict 109: berekening conform financieel verslag: f. 820,--
delict 111: berekening conform financieel verslag: f. 250,50
delict 120: berekening conform financieel verslag: f. 1086,--
delict 125: berekening conform financieel verslag: f. 175,--
delict 129: berekening conform financieel verslag: f. 1492,--
delict 143: berekening conform financieel verslag: f. 1942,50
delict 153: berekening conform financieel verslag: f. 1371,--
delict 170: berekening conform financieel verslag: f. 702,50
totaal: f. 32.646,75 behaald voordeel, oftewel omgerekend: EUR. 14.814,45.
parketnummer : 20.002511.01 O.W.V.
datum uitspraak: 8 april 2003
Het hof ontleent aan de inhoud van voormelde bewijsmiddelen derhalve het oordeel dat de veroordeelde door middel van het begaan van voormelde feiten een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad en dat dit voordeel moet worden geschat op netto Eur. 14.814,45.
De strekking van de maatregel van ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel is, blijkens de wetsgeschiedenis, te bewerkstelligen dat datgene dat de veroordeelde aan door een strafbaar feit verkregen profijt heeft verworven, weer aan hem wordt ontnomen.
Het hof is van oordeel dat het geschatte bedrag aan veroordeelde dient te worden ontnomen.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 24d en 36e van het Wetboek van Strafrecht.
B E S L I S S I N G :
Het hof:
Vernietigt de uitspraak waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op EUR. 14.814,45.
Legt aan [veroordeelde], veroordeelde voornoemd, de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR. 14.814,45 (zegge: veertienduizend achthonderd veertien euro en vijfenveertig eurocenten), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door honderdtien dagen hechtenis.
Aldus beslist door mr. Huurman-van Asten, als voorzitter,
en mrs. De Vries-Leemans en Adelmeijer, als raadsheren,
in tegenwoordigheid van dhr. Van Baast, als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 april 2003.
Mr. Adelmeijer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
parketnummer : 20.002511.01O.W.V.
datum uitspraak: 8 april 2003
parketnummer : 20.002511.01O.W.V.
datum uitspraak: 8 april 2003
Dit arrest is gewezen door Mr. Huurman-van Asten, als voorzitter
Mrs. De Vries-Leemans en Adelmeijer, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Dhr. Van Baast, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 april 2003.
Mr. Adelmeijer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.-
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 04C
tijd : 13.30
rolnummer: 20.002511.01O.W.V.
verdachte:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans UAH gedetineerd in het Huis van Bewaring te Roermond
Is bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 9 augustus 2001 ter zake van:
veroordeeld tot:
legt aan [veroordeelde] de verplichting op tot betaling aan de staat van een gedlbedrag ter grootte van f 48.817,--, subsidiair 180 dagen hechtenis;