ECLI:NL:GHSHE:2003:AF7265
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. de Kok
- M. de Klerk-Leenen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep bij schadevordering door Oriflame c.s. tegen Birkart c.s.
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 maart 2003, gaat het om een hoger beroep van Oriflame c.s. tegen Birkart c.s. De appellanten, bestaande uit Oriflame Trading Limited, Oriflame Management N.V. en Oriflame Russia A/O, hebben in eerste aanleg een vordering ingesteld wegens schade die zou zijn ontstaan door het niet afleveren van een zending cosmetica in Rusland. De rechtbank had in een eerder vonnis geoordeeld dat de appellanten niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun vordering, en dat de moedermaatschappij niet aansprakelijk kon worden gesteld zonder bewijs van intensieve betrokkenheid bij het beleid van de dochtermaatschappij.
De appellanten hebben in hun hoger beroep verschillende grieven aangevoerd, waaronder de stelling dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er geen bewijslevering nodig was. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellanten niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep, omdat het eerdere vonnis van de rechtbank een interlocutoir vonnis was en er geen uitdrukkelijk dictum was dat een einde maakte aan het geschil. Dit betekent dat de appellanten niet in hun beroep konden worden ontvangen, en het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling.
Het hof heeft de proceskosten van het hoger beroep voor rekening van de appellanten gesteld, die als in het ongelijk gestelde partij zijn aangemerkt. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijk dictum in vonnissen en de voorwaarden waaronder hoger beroep kan worden ingesteld.