7.2. In rov. 4.3.5. van het tussenarrest heeft het hof de berekeningsgrondslag van de vordering van de man uiteengezet. Deze is gebaseerd op een toename van de FOR in de verrekenperiode (24 juni 1988 tot 13 mei 1997) met het bedrag van f. 72.787,-, zodat de latente belastingclaim van 45% uitkomt op f. 32.754,-. De man vordert daarvan de helft (f. 16.377,-) als onverschuldigd betaald, namelijk teveel verrekend uit hoofde van het verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden bij de afwikkeling van de vermogensrechtelijke gevolgen aan het einde van het huwelijk.
Dit bedrag van f. 72.787,- is ontleend aan een berekening vervaardigd door de accountant van de man die is gevoegd bij de conclusie van eis als productie 3.
In punt 2 van de akte van 12 november 2002 betwist de vrouw de hoogte van laatstgenoemd bedrag omdat, zo stelt zij, zij de hoogte van dit bedrag niet kan verifiëren omdat de bijbehorende schriftelijke bescheiden niet zijn overgelegd. De door de accountant uitgevoerde berekening wordt door de vrouw niet betwist.
Het hof heeft de bijbehorende bescheiden aangetroffen gehecht aan het proces-verbaal van comparitie van partijen van 9 februari 2001.
Uit de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1997 blijkt de stand van de FOR per 01-01-1997 en de toevoeging in 1997 van f. 16.477,-.
Uit de aanslag inkomstenbelasting over 1988 blijkt de stand van de FOR per 01-01-1988 van f. 43.763,- (welk bedrag één gulden verschilt met het bedrag in de genoemde berekening), namelijk de eindstand per 31-12-1988 van
f. 58.172,- verminderd met de FOR-toevoeging in 1988 van f. 14.409,-.
De accountant hanteert op laatstgenoemd bedrag nog een correctie van f. 998,- doch daarvoor heeft het hof geen verificatie gevonden.
Als deze correctie buiten de berekening wordt gelaten (de FOR-stand per datum aangaan huwelijk wordt f. 50.652,55) komt de toename van de FOR-stand gedurende de verrekenperiode op f. 72.309,45 en daarmee de latente belastingclaim van 45% op f. 32.539,25 zodat de helft (f. 16.269,63) teveel verrekend is.
Het hof zal deze gecorrigeerde bedragen hanteren als onvoldoende weersproken. Het hof ziet geen aanleiding om een deskundige te benoemen nu de berekening is gebaseerd op stukken die afkomstig zijn van de belastingdienst die op zich zelf genomen door de vrouw niet zijn betwist.