ECLI:NL:GHSHE:2003:AF7276

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG C0101050-HE
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Rothuizen-van Dijk
  • A. Sterk
  • J. Keizer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid in samenwerkingsverband bij onderaanneming en incassokosten

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 maart 2003, gaat het om een geschil tussen Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Van Orsouw B.V. over de aansprakelijkheid voor onbetaalde facturen in het kader van een onderaannemingsovereenkomst. Van Orsouw B.V. vorderde betaling van twee facturen, die onbetaald waren gebleven, en stelde dat zij gecontracteerd had met het samenwerkingsverband van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V., dat onder de naam 'Schuurmans Betonfiks Afbouw' opereerde. Het hof oordeelde dat Van Orsouw B.V. gerechtvaardigd mocht vertrouwen op het bestaan van dit samenwerkingsverband en dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. hoofdelijk aansprakelijk was voor de schulden van het samenwerkingsverband. Het hof bevestigde dat de hoogte van de gevorderde hoofdsom niet betwist was en dat de grieven van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. in principaal appel faalden. Daarnaast werd de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten gematigd tot een bedrag van Euro 100,-. Het hof bekrachtigde de vonnissen van de rechtbank, met uitzondering van de toegewezen incassokosten, en veroordeelde Schuurmans Afbouwsystemen B.V. in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

typ. AD
rolnr. KG C0101050/HE
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,
tweede kamer, van 18 maart 2003,
gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap
SCHUURMANS AFBOUWSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Vught,
appellante in principaal appel bij dagvaarding van 18 oktober 2001,
geïntimeerde in incidenteel appel,
procureur: mr. L.R.G.M. Spronken,
tegen:
de besloten vennootschap
AFBOUWBEDRIJF A. VAN ORSOUW B.V.,
gevestigd te Geffen, gemeente Maasdonk,
geïntimeerde in principaal appel,
appellante in incidenteel appel,
procureur: mr. D.H.C. van de Laar,
op het hoger beroep tegen het door de president van de rechtbank te 's-Hertogenbosch gewezen vonnis van 4 oktober 2001 en het herstelvonnis van 6 november 2001 tussen appellante in principaal appel als eiseres en geïntimeerde in principaal appel als gedaagde.
1. Het geding in eerste aanleg (rolnr. 70288 KG ZA 01-610)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen en de daarin genoemde stukken.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij memorie van grieven met producties heeft appellante in principaal appel tevens geïntimeerde in incidenteel appel, hierna ook Schuurmans Afbouwsystemen B.V., zes grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot hetgeen in het petitum van de memorie van grieven is geformuleerd.
2.2. Bij memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel met producties heeft geïntimeerde in principaal appel tevens appellante in incidenteel appel, hierna ook Van Orsouw B.V., de grieven in principaal appel bestreden en in incidenteel appel een grief aangevoerd en, kort gezegd, geconcludeerd tot hetgeen in de conclusie van die memories is geformuleerd.
2.3. Schuurmans Afbouwsystemen B.V. heeft vervolgens een memorie van antwoord in incidenteel appel genomen met producties. Van Orsouw B.V. nam vervolgens een akte in incidenteel appel en Schuurmans Afbouwsystemen B.V. een antwoordakte in incidenteel appel.
2.4. Partijen hebben vervolgens hun zaak bepleit, bij welke gelegenheid Van Orsouw B.V. een akte heeft genomen. Ten slotte hebben partijen de gedingstukken aan het hof overgelegd en uitspraak gevraagd.
3. De gronden van het hoger beroep
Voor de inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memories van grieven.
4. De beoordeling
In principaal appel en incidenteel appel
4.1. Het hof stelt de volgende feiten vast.
a. Van Orsouw B.V. exploiteert een afbouwbedrijf dat zich bezig houdt met het plaatsen van scheidingwanden. Tot mei 2000 trad Van Orsouw B.V. regelmatig op als onderaannemer van (vennootschappen uit) de Betonfiks-groep, bestaande uit Betonfiks Beheer B.V., haar dochter Afbouwbedrijven Betonfiks B.V. en haar kleindochters Betonfiks Afbouw B.V. en Betonfiks Veghel B.V..
b. Schuurmans Afbouwsystemen B.V. maakt deel uit van de Schuurmans-groep. Zij is een kleindochter van Schuco B.V., waarvan [bestuurder] bestuurder en middellijk aandeelhouder is. Enig bestuurder van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. is Berlagen B.V., die op haar beurt als enig bestuurder genoemde [bestuurder] heeft.
c. In het voorjaar van 2000 - partijen verschillen van mening over een nadere tijdsbepaling binnen die periode - stuurde Betonfiks Veghel B.V. aan onder meer Van Orsouw B.V. een circulaire, waarin zij mededeelde dat zij en Schuurmans Afbouwsystemen B.V. waren samengevoegd en voortaan onder de gemeenschappelijke naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" naar buiten zouden treden.
d. In mei 2000 werd de Betonfiks-groep opgenomen in de Schuurmans-groep. Schuco B.V. verkreeg op 8 mei 2000 80% van de aandelen in Betonfiks Beheer B.V. en werd bestuurder van deze vennootschap en daarmee indirect van alle andere betonfiksvennootschappen. Enige tijd daarna nam Betonfiks Afbouw B.V. de activiteiten van Betonfiks Veghel B.V. over.
e. Op 24 mei 2000 verscheen in het Brabants Dagblad een verslag van een gesprek met [bestuurder] waarin onder meer het volgende staat: "Schuurmans Afbouwsystemen uit Vught nam onlangs Betonfiks Veghel over. Door de overname ontstaat een bedrijf dat met 250 werknemers en een omzet van circa 40 miljoen tot de grootste van Nederland in zijn soort behoort. (..) Vanuit Vught stuurt [bestuurder] (..) het bedrijf aan. Sinds vorige week heeft Schuurmans er ineens 100 werknemers erbij door de overname van Betonfiks uit Veghel. De basis voor de overname werd gelegd op de golfbaan van Sint Oedenrode, waar [bestuurder] eigenaar [eigenaar] van Betonfiks trof. "Ik had in de markt gehoord dat hij zijn toko wilde verkopen". Aan de eigen omzet van 25 miljoen gulden wordt door de overname een kleine 15 miljoen aan omzet toegevoegd. "Door de overname hebben we een breder draagvlak"(..) Het fusiebedrijf hoort tot de grootste in Nederland in zijn soort na de overname (..)."
f. In ieder geval vanaf september 2000 gebruikten de vennootschappen Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V. het voorgedrukte briefpapier, zoals in r.o. 2.5 van het vonnis van 4 oktober 2001 en hieronder onder g is beschreven.
g. Op 17 oktober 2000 werd een overeenkomst van onderaanneming gesloten, waarbij overeengekomen werd dat Van Orsouw B.V. werkzaamheden moest verrichten ten behoeve van het project Culemborg 2. In de schriftelijke overeenkomst is als opdrachtgever Schuurmans Betonfiks Afbouw vermeld. De overeenkomst is op voorbedrukt papier vastgelegd waarop bovenaan de naam Schuurmans Betonfiks Afbouw is afgedrukt in grote letters, terwijl in de linkerkolom van dat papier in kleine letter de gegevens van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V. zijn afgedrukt (productie 3 in eerste aanleg van Van Orsouw B.V.). Correspondentie over dit project is gevoerd met hetzelfde voorgedrukte papier.
Van Orsouw B.V. heeft de overeengekomen werkzaamheden uitgevoerd.
h. Op 5 of 6 december 2000 werd een overeenkomst van onderaanneming gesloten, waarbij overeengekomen werd dat Van Orsouw B.V. werkzaamheden moest verrichten ten behoeve van het project Alem. Deze overeenkomst is niet op papier vastgelegd. Correspondentie over dit project is gevoerd op het in nummer g. genoemde voorgedrukte briefpapier.
i. In het Handelsregister staat als handelsnaam van Betonfiks Afbouw B.V. ingeschreven Schuurmans Betonfiks Afbouw. De handelsnaam voor Schuurmans Afbouwsystemen B.V. is gelijk aan haar juridische naam.
De vennootschappen Betonfiks Afbouw B.V. en Schuurmans Afbouwsystemen B.V. zijn sinds mei 2000 op hetzelfde adres gevestigd en delen ook een postadres, een telefoonnummer, een faxnummer en een e-mail adres. In ieder geval vanaf eind september 2000 wordt door beide vennootschappen het voorgedrukte briefpapier gebruikt, zoals onder g. omschreven.
j. Van Orsouw B.V. zond ter zake de twee genoemde projecten facturen van in totaal f. 87.881,89 aan Schuurmans Betonfiks Afbouw. Deze facturen zijn onbetaald gebleven.
k. Op 4 april 2001 werd Betonfiks Afbouw B.V. in staat van faillissement verklaard.
4.2. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende:
In eerste aanleg vorderde Van Orsouw B.V. - kort gezegd - betaling van de beide genoemde facturen van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en [bestuurder]. De president van de rechtbank heeft de vordering tegen Schuurmans Afbouwsystemen B.V. toegewezen en tegen [bestuurder] afgewezen.
Het principaal appel richt zich tegen de toewijzing van de vordering tegen Schuurmans Afbouwsystemen B.V.. het incidenteel appel richt zich tegen het vaststellen van het feit dat in maart/april de in r.o. 2.3 van het vonnis van 4 oktober 2001 genoemde circulaire is rondgestuurd.
In principaal appel
4.3.1. Ambtshalve zal het hof eerst de vraag behandelen of voldaan is aan het vereiste van spoedeisend belang. Het hof acht een dergelijk belang aanwezig gezien de niet betwiste stelling dat het voor Van Orsouw B.V. om een zodanig groot bedrag gaat dat zij bij gemis van dat bedrag ernstig in haar liquiditeitspositie wordt geschaad (nr. 20 pleitnotities van Van Orsouw B.V. in eerste aanleg).
4.3.2. Naast het criterium van de spoedeisendheid kan een geldvordering in kort geding worden toegewezen in het geval het bestaan en de omvang van de vordering in voldoende mate aannemelijk zijn, en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, bij afweging van de belangen van partijen, aan toewijzing niet in de weg staat. Hieronder zal het hof dit criterium toetsen.
4.4. Uit de toelichting op de grieven in principaal appel blijkt dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. het geschil in volle omvang aan het hof wil voorleggen. Het hof zal de grieven in principaal appel gezamenlijk behandelen.
4.5. Van Orsouw B.V. vordert in hoofdsom betaling van f. 87.881,89 van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. Zij stelt daartoe onder meer - zo begrijpt het hof uit nummer 26 van de memorie van antwoord - dat zij ten aanzien van de projecten Culemborg 2 en Alem gecontracteerd heeft met het samenwerkingsverband van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V. dat onder de gemeenschappelijke naam Schuurmans Betonfiks Afbouw bedrijfsmatig naar buiten trad, althans dat zij erop mocht vertrouwen dat zij mat dat samenwerkingscontract gecontracteerd had. Aldus - zo begrijpt het hof - stelt Van Orsouw B.V. dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. aansprakelijk is voor de schulden van genoemd samenwerkingsverband.
4.6. Ten onderbouwing van haar stelling dat zij gecontracteerd heeft met genoemd samenwerkingsverband wijst zij onder meer op de volgende feiten en omstandigheden:
a. het rondschrijven van Betonfiks Veghel B.V. (zie r.o. 4.1. onder c.);
b. het in r.o. 4.1 onder e van dit arrest weergegeven krantenartikel, waarover de raadsvrouw van Van Orsouw desgevraagd bij gelegenheid van het pleidooi verklaarde dat Van Orsouw B.V. daar kennis van heeft genomen voor het sluiten van de overeenkomsten;
c. het gebruik van het briefpapier van het samenwerkingsverband (zie r.o. 4.1. onder g) voor de tekst van de overeenkomst met betrekking tot het project Culemborg 2 en voor de correspondentie ter zake beide projecten;
d. het feit dat in alle correspondentie Schuurmans Betonfiks Afbouw als opdrachtgever voor beide projecten van Van Orsouw B.V. is vermeld;
e. het feit dat de bedrijfswagens van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. werden voorzien van een nieuw logo en rondreden met de letters "Schuurmans Betonfiks Afbouw".
4.7. Schuurmans Afbouwsystemen B.V. betwist dat Van Orsouw B.V. met het samenwerkingsverband gecontracteerd heeft en stelt dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. niet aansprakelijk is voor de schulden van Betonfiks Afbouw B.V.
a. Zij stelt dat Van Orsouw B.V. met Betonfiks Afbouw B.V. gecontracteerd heeft met betrekking tot de projecten Culemborg 2 en Alem. Zij wijst erop dat vaststaat dat Van Orsouw B.V. vóór mei 2000 met betrekking tot de projecten Culemborg 1, Hulst en Breda met Betonfiks Veghel B.V./Betonfiks Afbouw B.V. gecontracteerd heeft. Deze projecten werden deels uitgevoerd ná 8 mei 2000. In die periode ná 8 mei 2000 blijkt uit de wijze van factureren, de betalingen aan Van Orsouw B.V. en de betalingen op de G-rekening dat de wederpartij van Van Orsouw B.V. ten aanzien van die projecten niet Schuurmans Afbouwsystemen B.V. was, maar Betonfiks Veghel B.V./Betonfiks Afbouw B.V. In de overeenkomsten van vóór 8 mei 2000 en erna (Culemborg 2 en Alem) veranderde er niets. Zo werden in de overeenkomst met betrekking tot Culemborg 2 dezelfde gegevens opgenomen met betrekking tot aansluitingsnummer bedrijfsvereniging, inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel, omzetstamnummer, loonbelastingnummer, waarborgfondsnummer en G-rekeningnummer. Dit, zo betoogt Schuurmans Afbouwsystemen B.V. verder, toont aan dat Betonfiks Afbouw B.V. de wederpartij van Van Orsouw B.V. was ten aanzien van de projecten Culemborg 2 en Alem. Dat er na 8 mei 2000 niets veranderde onderbouwt Schuurmans Afbouwsystemen B.V. tevens met diverse verklaringen, waaronder die van Schellings (productie 4 memorie van grieven in principaal appel).
b. Schuurmans Afbouwsystemen B.V. wijst erop dat het genoemde rondschrijven niet van haar afkomstig is maar van Betonfiks Veghel B.V. Verder betwist zij dat zij en/of [bestuurder] afwisten van het genoemde rondschrijven of daarvoor volmacht hebben gegeven. Zij wijst op de overgelegde verklaring van [bestuurder] van die strekking.
c. Voorts betwist zij dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. gehandeld heeft onder de naam Schuurmans Betonfiks Afbouw. Ter onderbouwing van deze stelling wijst zij op de facturen die in de periode van maart 2000 tot en met november 2000 verstuurd werden aan Van Orsouw B.V. namens Betonfiks Veghel B.V. en later namens Betonfiks Afbouw B.V. (productie 10 memorie van grieven in principaal appel) ter zake van werkzaamheden van onderaanneming door Betonfiks Veghel B.V. en later Betonfiks Afbouw B.V. ten behoeve van Van Orsouw B.V. Van Orsouw B.V. heeft ook betaald aan beide genoemde vennootschappen en op hun G-rekening gestort.
d. Zij wijst erop dat de naam Schuurmans Betonfiks Afbouw de handelsnaam van Schuurmans Betonfiks B.V. is en dat die handelsnaam ook in het handelsregister is vermeld, waarmee Van Orsouw B.V. bekend was.
e. Na het faillissement van Betonfiks Afbouw B.V. diende Van Orsouw B.V. haar vorderingen ter zake de projecten Culemborg 2 en Alem bij de curator in (productie 3 in eerste aanleg van Schuurmans Afbouwsystemen B.V.).
4.8. Voor de beantwoording van de vraag of het samenwerkingsverband Schuurmans Betonfiks Afbouw de wederpartij is van Van Orsouw B.V. ten aanzien van de overeenkomsten met betrekking tot de projecten Culemborg 2 en Alem is doorslaggevend hetgeen Betonfiks Afbouw B.V. en Van Orsouw B.V. daarover jegens elkaar verklaard hebben en over en weer uit elkaar verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden.
4.9. Voorafgaand aan de beantwoording van de vraag van r.o. 4.8 is van belang vast te stellen of het samenwerkingsverband bestaat dat bedrijfsmatig handelde onder de gemeenschappelijke naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw", of dat bij Van Orsouw B.V. de schijn gewekt is door Betonfiks Afbouw B.V. en Schuurmans Afbouwsystemen B.V. dat genoemd samenwerkingsverband bestond.
Op grond van de volgende in onderling verband te beschouwen feiten en omstandigheden oordeelt het hof voorshands dat voldoende aannemelijk geworden is dat bij Van Orsouw B.V. het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt is dat het samenwerkingsverband dat bedrijfsmatig handelde onder de gemeenschappelijke naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" bestond.
Uit de inhoud van het rondschrijven (r.o. 4.1. onder c van dit arrest) heeft Van Orsouw B.V. begrepen en mogen begrijpen dat Betonfiks Afbouw B.V. een bedrijfsmatig samenwerkingsverband onder de gemeenschappelijke naam Schuurmans Betonfiks Afbouw aanging met Schuurmans Afbouwsystemen B.V.
Uit het krantenartikel (r.o. 4.1 onder e van dit arrest), waarvan de inhoud niet betwist is door Schuurmans Afbouwsystemen B.V., in combinatie met het rondschrijven, heeft Van Orsouw B.V. afgeleid en mogen afleiden dat de mededelingen in het rondschrijven onderschreven werden door Schuurmans Afbouwsystemen B.V.
4.10. Op grond van het criterium van r.o. 4.8 komt het hof voorshands tot het volgende oordeel.
Uit de inhoud van het rondschrijven, met daarin de naam van het samenwerkingsverband "Schuurmans Betonfiks Afbouw", in combinatie met de vermelding van de naam van het samenwerkingsverband "Schuurmans Betonfiks Afbouw" als opdrachtgever van Van Orsouw B.V. voor het project Culemborg 2 (r.o. 4.1. onder g van dit arrest), alsmede in combinatie met het gebruik van het voorgedrukte briefpapier zoals genoemd in r.o. 4.1. onder g voor de tekst van de overeenkomst ter zake het project Culemborg 2 en voor de correspondentie ter zake dit project, heeft Van Orsouw B.V. afgeleid en mogen afleiden dat zij het samenwerkingsverband als wederpartij had ten aanzien van het project Culemborg 2.
Gezien het feit dat Van Orsouw B.V. mocht afleiden dat zij ten aanzien van het project Culemborg 2 het samenwerkingsverband als wederpartij had, alsmede het feit dat op de offerte met betrekking tot het project Alem van Van Orsouw B.V. gereageerd wordt met een fax (productie 4 memorie van antwoord in principaal appel) op het briefpapier zoals beschreven in r.o. 4.1. onder g, acht het hof het voorshands voldoende aannemelijk dat Van Orsouw B.V. bij het totstandkomen van de overeenkomst met betrekking tot het project Alem erop mocht vertrouwen dat zij het samenwerkingsverband als wederpartij had.
Het hof overweegt daarbij dat het aannemelijk is dat Van Orsouw B.V. de naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" op genoemd briefpapier begrepen heeft en heeft mogen begrijpen als de naam van het samenwerkingsverband en niet als de handelsnaam van Betonfiks Afbouw B.V.
Het hof acht dit tegen de achtergrond van het rondschrijven aannemelijk op grond van de grootte van de letters van naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" in verhouding tot de veel kleinere letters waarin de namen van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V. vermeld staan op het briefpapier, alsmede op grond van de blikvangende en prominente plaats van de naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" in het hoofd van het briefpapier in verhouding tot de plaats in de kantlijn van de brief van de namen Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V.
4.11. Uit het bovenstaande volgt dat het hof het verweer van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. niet aannemelijk geworden acht dat met de naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" niet het samenwerkingsverband bedoeld werd, maar "Betonfiks Afbouw B.V.".
4.12. De door Schuurmans Afbouwsystemen B.V. aangevoerde omstandigheden in r.o. 4.7. onder b doen aan het oordeel van het hof in r.o. 4.11. niet af. De reden is dat deze omstandigheden zien op de vraag of Betonfiks Afbouw B.V. bevoegd was namens Schuurmans Afbouwsystemen B.V. op te treden, terwijl die vraag niet relevant is in het geval het hof - zoals in deze zaak - tot het oordeel komt dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. jegens Van Orsouw B.V. de schijn heeft gewekt dat Schuurmans Afbouwsystemen B.V. en Betonfiks Afbouw B.V. vanaf mei 2000 één bedrijf waren dat onder de gemeenschappelijke naam van "Schuurmans Betonfiks Afbouw" aan het rechtsverkeer deelnam.
Het hof acht het voldoende aannemelijk dat genoemde schijn jegens Van Orsouw B.V. in het krantenartikel gewekt is door [bestuurder] als bevoegd vertegenwoordiger van Berlagen B.V. die op haar beurt enig bestuurder van Schuurmans Afbouwsystemen B.V. was. Zoals reeds hiervoor overwogen heeft Schuurmans Afbouwsystemen B.V. de inhoud van het krantenartikel niet betwist. De inhoud van het krantenartikel komt naar het oordeel van het hof in essentie overeen met de inhoud van het rondschrijven.
4.13. De door Schuurmans Afbouwsystemen B.V. aangevoerde omstandigheden zoals weergegeven in r.o. 4.7. onder a, c, d en e van dit arrest maken het oordeel van het hof in r.o. 4.11. van dit arrest niet anders, omdat het hof aan die omstandigheden (ook in onderling verband bezien) minder gewicht toekent dan aan de combinatie van de feiten en omstandigheden vermeld in r.o. 4.11. van dit arrest.
4.14. Het hof oordeelt het voorshands aannemelijk dat Van Orsouw B.V. als wederpartij bij de projecten Culemborg 2 en Alem het samenwerkingsverband had. Eveneens voorshands aannemelijk acht het hof dat Van Orsouw B.V. erop mocht vertrouwen dat het bedrijfsmatig samenwerkingsverband onder de gemeenschappelijke naam "Schuurmans Betonfiks Afbouw" aan het rechtsverkeer deelnam. Dit betekent dat Van Orsouw B.V. de vennoten van dat samenwerkingsverband, waaronder Schuurmans Afbouwsystemen B.V., hoofdelijk aansprakelijk kan houden voor de schulden van dat samenwerkingsverband.
Nu de hoogte van de gevorderde hoofdsom niet betwist is, komt het hof, op grond van al het voorafgaande, tot dezelfde conclusie als de president van de rechtbank, zodat de grieven in principaal appel falen.
4.15. Met betrekking tot de gevorderde contractueel overeengekomen buitengerechtelijke incassokosten betoogt Schuurmans Afbouwsystemen B.V. dat deze in strijd zijn met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Zij stelt dat van de zijde van Van Orsouw B.V. slechts één standaard sommatiebrief is geschreven. Voor het overige heeft Van Orsouw B.V. geen inzicht gegeven in haar incassoactiviteiten.
4.16. Van Orsouw B.V. reageert hierop met de stelling dat in haar algemene voorwaarden is opgenomen dat 15% incassokosten verschuldigd is bij niet betalen.
4.17. Van Orsouw B.V. heeft - behoudens de standaard sommatiebrief - geen inzicht gegeven in de door haar daadwerkelijk verrichtte werkzaamheden, zodat het hof het er voorshands voor houdt dat slechts genoemde standaardbrief verstuurd is en de incassokosten gelijk zijn aan het opmaken en verzenden van die brief. Het hof acht het versturen van die brief redelijkerwijs noodzakelijk om betaling te verkrijgen.
Gezien het uiteenlopen van het gevorderde bedrag en de daadwerkelijk gemaakte kosten zal het hof de contractueel overeengekomen kosten voorshands matigen tot het bedrag van de kosten van de standaardbrief, die het hof ex aequo et bono stelt op Euro 100,-. In zoverre slaagt grief 6.
4.18. Schuurmans Afbouwsystemen B.V. betwist voorts de verschuldigdheid van de vertragingsrente, omdat tussen haar en Van Orsouw B.V. geen overeenkomst bestaat.
Het hof verwerpt die betwisting met een verwijzing naar r.o. 4.11 van dit arrest.
4.19. Het hof zal de vonnissen waarvan beroep bekrachtigen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten.
Het hof zal Schuurmans Afbouwsystemen B.V. als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het principaal appel veroordelen.
In incidenteel appel
4.20. Gezien het feit dat het hof in principaal appel met betrekking tot de hoofdsom tot dezelfde conclusie is gekomen als de president van de rechtbank heeft Van Orsouw B.V. geen belang meer bij de behandeling van de incidentele grief. De grief faalt derhalve.
4.21. Het hof ziet in het bovenstaande aanleiding de kosten in incidenteel appel te compenseren in die zin dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.
5. De uitspraak
Het hof:
In principaal en incidenteel appel:
vernietigt het vonnis in kort geding van de president van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 4 oktober 2001, waarvan beroep en het herstelvonnis van die president van 6 november 2001, met betrekking tot de toegewezen incassokosten van f. 5.954,09, en in zoverre opnieuw rechtdoende,
veroordeelt Schuurmans Afbouwsystemen B.V. tot betaling aan Van Orsouw B.V. van Euro 100,- aan incasssokosten;
bekrachtigt beide vonnissen voor het overige;
In principaal appel:
veroordeelt Schuurmans Afbouwsystemen B.V. in de proceskosten van het hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Van Orsouw B.V. begroot op Euro 1107,22 aan verschotten en Euro 4218,- aan salaris procureur, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum waarop dit arrest wordt gewezen;
In incidenteel appel:
bepaalt dat de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd worden in die zin dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. Rothuizen-van Dijk, Sterk en Keizer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 18 maart 2003.