ECLI:NL:GHSHE:2003:AF7285
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Koster-Vaags
- Van Etten
- Drijkoningen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over loon en concurrentiebeding tussen werknemer en werkgever
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen de besloten vennootschap Altrimex Packaging Equipment BV. De zaak betreft een geschil over de afwijzing van een vordering in reconventie tot betaling van ten onrechte ingehouden loon bij de eindafrekening. [Appellant] stelt dat het verweer van Altrimex beperkt is gebleven tot de in eerste aanleg overgelegde specificatie van de eindafrekening tot en met 30 september 2002. Hij betwist de betekenis die de kantonrechter heeft gehecht aan een e-mail van 20 februari 2002 over commissiebetalingen, en stelt dat deze e-mail betrekking heeft op verrekening met toekomstige commissiebetalingen, niet met reeds gedane betalingen. Altrimex daarentegen stelt dat de kantonrechter de vordering in reconventie terecht heeft afgewezen, omdat bij de eindafrekening is gebleken dat Altrimex nog een bedrag tegoed heeft van [appellant].
Daarnaast betreft het hoger beroep ook de toewijzing van de vordering in conventie van Altrimex tot naleving van het concurrentiebeding. [Appellant] betwist dat zijn nieuwe werkgever, Mapack NV-SA, in hetzelfde segment van de verpakkingsindustrie werkzaam is als Altrimex. Het hof weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat het belang van Altrimex bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder weegt dan het belang van [appellant] bij opheffing daarvan. Het hof oordeelt dat de vordering van [appellant] tot gedeeltelijke vernietiging van het concurrentiebeding niet kan worden toegewezen.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch en veroordeelt [appellant] in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van Altrimex.