ECLI:NL:GHSHE:2003:AF8233
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. de Kok
- C. de Klerk-Leenen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij schade door verkeersongeval met gehuurde vrachtwagen
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 15 april 2003, gaat het om een geschil tussen een veetransporteur, hierna [appellant], en een andere partij, hierna [geïntimeerde], over aansprakelijkheid na een verkeersongeval. [Appellant] had een vrachtwagen met aanhanger verhuurd aan [geïntimeerde], die deze vervolgens onderverhuurde aan een derde partij. Na een ongeval waarbij schade werd veroorzaakt, heeft het Waarborgfonds de schade aan de eigenaar van de derde vrachtwagen vergoed en deze kosten op [appellant] verhaald. [Appellant] vorderde vervolgens schadevergoeding van [geïntimeerde], stellende dat er een afspraak was gemaakt dat [geïntimeerde] de vrachtwagen tegen wettelijke aansprakelijkheid zou verzekeren.
Het hof oordeelt dat de bewijslast voor de verzekering bij [appellant] ligt, maar dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat [geïntimeerde] daadwerkelijk verantwoordelijk was voor de WA-verzekering. Het hof concludeert dat beide partijen aansprakelijk zijn jegens het Waarborgfonds en dat hun aansprakelijkheid hoofdelijke verbondenheid met zich meebrengt. Het hof oordeelt dat de bijdragen van beide partijen aan de schade gelijk zijn, waardoor [geïntimeerde] de helft van de door [appellant] betaalde schade aan het Waarborgfonds moet vergoeden. De vordering van [appellant] wordt gedeeltelijk toegewezen, en [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 27.500, met wettelijke rente, en in de helft van de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken over verzekeringen bij het verhuren van voertuigen en de gevolgen van aansprakelijkheid in het geval van schade aan derden. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen voor zover deze de vorderingen van [appellant] afwezen en bekrachtigt deze voor het overige.