ECLI:NL:GHSHE:2003:AL1727
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. Harmsen
- Mrs. Van de Loo
- Mr. De Lange
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak tegen verdachte zonder bekende woon- of verblijfplaats
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de verdachte, aangeduid als N.N., aan de orde. De verdachte was zonder vaste woon- of verblijfplaats en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Breda van 24 april 2001. Het hof overweegt dat volgens de artikelen 449 tot en met 452 van het Wetboek van Strafvordering een verdachte wiens naam niet volledig bekend is, niet in het hoger beroep kan worden ontvangen. Pas na het verstrijken van de wettelijke beroepstermijn zijn de persoonsgegevens van de verdachte bekendgemaakt, waardoor het hof oordeelt dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep.
Daarnaast heeft het openbaar ministerie ook hoger beroep ingesteld, maar de advocaat-generaal heeft dit tijdens de zitting op 9 september 2003 ingetrokken. Het hof stelt vast dat de intrekking van het hoger beroep door de advocaat-generaal op een correcte wijze is gedaan en dat de betrouwbaarheid van deze proceshandeling niet ter discussie staat. Gezien de omstandigheden van de zaak en de intrekking van het hoger beroep door het openbaar ministerie, wordt ook de advocaat-generaal niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
Het hof concludeert dat zowel de verdachte als het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep, en spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 9 september 2003.