Parketnummer: 20.000042.02
verstek
dnip;
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te Roermond van 15 november 2001 in de strafzaak onder de parketnummers 04/056896-01, 04/056920-01, 04/056979-01, 04/056986-01, 04/057009-01, 04/057031-01 en 04/057015-01 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1969,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
De officier van justitie heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Het vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof in tegenstelling tot de eerste rechter, wel tot een bewezenverklaring komt.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
in de zaak met parketnummer 04/056896-01:
hij op of omstreeks 27 juli 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 25 juli 2001 tot en met 8 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Havenkade;
Althans indien terzake het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 27 juli 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Havenkade, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 13 dagen, voor de periode van 25 juli 2001 16.00 uur tot en met 8 augustus 2001 16.00 uur;
in de zaak met parketnummer 04/056920-01 :
1.
hij op of omstreeks 4 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 25 juli 2001 tot en met 8 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Maaskade;
Althans indien terzake het vorenstaande onder geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 4 augustus 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Maaskade, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 13 dagen, voor de periode van 25 juli 2001 (te 16.00 uur) tot en met 8 augustus 2001 16.00 uur;
2.
hij op of omstreeks 1 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 25 juli 2001 tot en met 8 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten in de Peperstraat;
in de zaak met parketnummer 04/056979-01
hij op of omstreeks 21 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001 tot en met 31 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Havenkade;
Althans indien terzake het vorenstaande geen veroordeling zou volgen
hij op of omstreeks 21 augustus 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Havenkade, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 14 dagen, voor de periode van 17 augustus 2001 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001 19.00 uur;
in de zaak met parketnummer 04/056986-01
hij op of omstreeks 23 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Jodenstraat;
Althans indien terzake het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 23 augustus 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Jodenstraat, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 14 dagen, voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur;
in de zaak met parketnummer 04/057009-01 :
hij op of omstreeks 30 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Havenkade;
Althans indien terzake het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 30 augustus 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Jodenstraat, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 14 dagen, voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur;
in de zaak met parketnummer 04/057031-01:
hij op of omstreeks 31 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Grote Kerkstraat;
Althans indien terzake het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 31 augustus 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Grote Kerkstraat, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 14 dagen, voor de periode van 17 augustus 2001 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001 19.00 uur;
in de zaak met parketnummer 04/057015-01 :
1.
hij op of omstreeks 31 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, (19.00 uur) tot en met 31 augustus 2001 (19.00 uur), krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Sint Martinusstraat;
Althans indien terzake het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 31 augustus 2001, in de gemeente Venlo, zich heeft bevonden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin voor het publiek toegankelijke gebouw(en), te weten de Sint Martinusstraat, zulks terwijl aan hem, verdachte, door de burgemeester van de gemeente Venlo, in het belang van de openbare orde een verbod was opgelegd zich te bevinden in dit door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied en/of in de/een daarin gelegen voor het publiek toegankelijke gebouw(en), van 14 dagen, voor de periode van 17 augustus 2001 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001 19.00 uur:
2.
hij op of omstreeks 31 augustus 2001 in de gemeente Venlo opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [betrokkene], brigadier van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Schweinehund", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder de parketnummers 04/056896-01 primair, 04/056920-01 sub 1 primair en sub 2, 04/056979-01 primair, 04/056986/01 primair, 04/057009-01 primair, 04/057031-01 primair, 04/057015-01 sub 1 primair en sub 2 heeft begaan, met dien verstande dat hij:
in de zaak met parketnummer 04/056896-01 primair:
hij op 27 juli 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 25 juli 2001 tot en met 8 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Havenkade;
in de zaak met parketnummer 04/056920-01 :
1 primair.
hij op 4 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 25 juli 2001 tot en met 8 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Maaskade;
2.
hij op 1 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 25 juli 2001 tot en met 8 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten in de Peperstraat;
in de zaak met parketnummer 04/056979-01
hij op 21 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001 tot en met 31 augustus 2001, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Havenkade;
in de zaak met parketnummer 04/056986-01
hij op 23 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Jodenstraat;
in de zaak met parketnummer 04/057009-01 :
hij op 30 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo,gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Havenkade;
in de zaak met parketnummer 04/057031-01:
hij op 31 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001, 19.00 uur tot en met 31 augustus 2001, 19.00 uur, krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Grote Kerkstraat;
in de zaak met parketnummer 04/057015-01 :
1 primair.
hij op 31 augustus 2001 in de gemeente Venlo, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel verblijfsontzegging, afgegeven voor de periode van 17 augustus 2001 (19.00 uur) tot en met 31 augustus 2001 (19.00 uur), krachtens artikel 3:8 Algemene plaatselijke verordening gemeente Venlo, gedaan namens de Burgemeester van de gemeente Venlo, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, door toen en aldaar met dat opzet te verblijven binnen het in het bevel aangewezen gebied, te weten op de Sint Martinusstraat;
2.
hij op 31 augustus 2001 in de gemeente Venlo opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [betrokkene], brigadier van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Schweinehund".
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder de parketnummers 04/056896-01 primair, 04/056920-01 sub 1 primair en sub 2, 04/056979-01 primair, 04/056986/01 primair, 04/057009-01 primair, 04/057031-01 primair, 04/057015-01 sub 1 primair en sub 2 meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
Het hof overweegt met betrekking tot het onder parketnummer 04/057015-01 sub 1 bewezenverklaarde dat weliswaar in het proces-verbaal van politie, District Venlo, dossiernummer PL2320/01-003987 wordt genoemd als de pleegdatum 14 september 2001, maar dat het hof, gelet op het voorblad van dit proces-verbaal, het proces-verbaal van aanhouding, mutatienr Pl2320/01-118194, en het proces-verbaal van verhoor van verdachte, waar telkens als pleeg- danwel hoordatum wordt vermeld 31 augustus 2001, uitgaat van laatstgenoemde datum, nu evident is dat hier sprake is van een kennelijke schrijffout, aangezien kennelijk abusievelijk de datum van eerstvermeld proces-verbaal, 14 september 2001, is weergegeven.
Het hof overweegt voorts met betrekking tot de door de eerste rechter gegeven motivatie voor de vrijspraak van de tenlastegelegde feiten het volgende.
In deze zaken -op de zaak met parketnummer 04-057015-01 sub 2 na- gaat het telkens om een zogenaamde verblijfsontzegging. Burgemeester en wethouders van Venlo hebben op de voet van art. 3:8 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo (verder: APV) een gebied aangewezen – kort gezegd: het centrum van Venlo - voor welk gebied de burgemeester aan degene die overlast veroorzaakt in verband met drugs een verbod kan opleggen zich in dit gebied te bevinden. Het kan gaan om een verbod voor de duur van ten hoogste acht uur (art. 3:8 leden 1-3 van de APV) dan wel, indien aan betrokkene eerder een in lid 1 bedoeld verbod is opgelegd en hij zich binnen zes maanden opnieuw misdraagt, om een verbod van ten hoogste veertien dagen (art. 3:8 leden 4 en 5 van de APV).
Aan verdachte zijn (kennelijk) bevelen van de burgemeester uitgereikt waarin hem verblijfsontzeggingen wordt opgelegd voor een bepaalde periode. Deze bevel zou verdachte hebben overtreden.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij, door overtreding van voornoemde bevelen van de burgemeester, art. 184 Sr heeft overtreden.
De eerste rechter heeft -kort gezegd- de volgende overwegingen in het beroepen vonnis opgenomen die hebben geleid tot een vrijspraak van de verdachte aan de tenlastegelegde feiten.
A.Het verblijfsverbod is onbevoegd gegeven, nu het is gegeven door een politieambtenaar en niet door de burgemeester zelf. De burgemeester kan zijn bevoegdheid niet mandateren aan de politie nu zulk een mandaat in strijd is met artikel 172 jo. 177 van de Gemeentewet.
B. De burgemeester is geen ambtenaar belast met de uitoefening van enig toezicht, als bedoeld in artikel 184 Sr.
Het hof overweegt naar aanleiding hiervan het volgende.
A. Voor een veroordeling ter zake van art. 184 Sr is vereist dat komt vast te staan dat van een rechtmatig bevel sprake is. Nu de bestuursrechtelijke rechtsgang tegen het bevel van de burgemeester niet is benut, moet de strafrechter de rechtmatigheid van het bevel beoordelen (HR 24 september 2002, ro. 3.5 en 3.6, NJ2003,80).
De overweging van de eerste rechter dat de burgemeester zijn bevoegdheid niet kan mandateren, miskent dat het in deze zaak niet gaat om de toepassing van de in art. 172 en art. 177 van de Gemeentewet bedoelde bevoegdheden, doch om bevelen van de burgemeester die zijn gegrond op art. 3:8 van de APV (vgl. HR 24 september 2002, ro. 5.2, NJ 2003,80).
Uit art. 10:3 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.
Naar het oordeel van het hof wordt het mandateren van de onderhavige bevoegdheid door de burgemeester niet uitgesloten door art. 3:8 van de APV noch door enige andere wetsbepaling.
Evenmin verzet de aard van de bevoegdheid zich tegen (iedere vorm van) mandatering. Hierbij neemt het hof in aanmerking de Gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen welke door de burgemeester is vastgesteld op 29 augustus 2000 ter bepaling van de voorwaarden waaronder de burgemeester zijn bevoegdheden mandateert aan bepaalde politiefunctionarissen. Blijkens deze Gebruiksinstructie wordt niet het beleid ter zake, maar de toepassing in nauwkeurig in de Gebruiksinstructie omschreven gevallen gemandateerd aan politiefunctionarissen.
B. Het gaat hier om een door de gemeenteraad vastgestelde verordening waarin aan de burgemeester bepaalde bevoegdheden zijn gegeven, te weten het geven van een verblijfsontzegging voor een bepaalde duur betreffende een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied.
Hieruit volgt dat de burgemeester door de gemeenteraad is belast met het toezicht op de uitvoering van art. 3:8 van de APV ten aanzien van de personen die zich in het aangewezen gebied bevinden.
Derhalve is, wat betreft de uitvoering van art. 3:8 van de APV, de burgemeester een ambtenaar met de uitvoering van enig toezicht belast, als bedoeld in art. 184 Sr.
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit.
Het onder de parketnummers 04/056896-01 primair, 04/056920-01 sub 1 primair en sub 2, 04/056979-01 primair, 04/056986/01 primair, 04/057009-01 primair, 04/057031-01 primair en 04/057015-01 sub 1 primair bewezen verklaarde is telkens als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 184, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Het onder parketnummer 04/057015-01 sub 2 bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 267 aanhef en onder 2, juncto artikel 266, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Het moet worden gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
A. de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
B. de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld;
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging is gegrond op de artikelen: 10, 57, 63, 184 en 267 van het Wetboek van Strafrecht
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder de parketnummers 04/056896-01 primair, 04/056920-01 sub 1 primair en sub 2, 04/056979-01 primair, 04/056986/01 primair, 04/057009-01 primair, 04/057031-01 primair en 04/057015-01 sub 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder de parketnummers 04/056896-01 primair, 04/056920-01 sub 1 primair en sub 2, 04/056979-01 primair, 04/056986/01 primair, 04/057009-01 primair, 04/057031-01 primair en 04/057015-01 sub 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
-onder de parketnummers 04/056896-01 primair, 04/056920-01 sub 1 primair en sub 2, 04/056979-01 primair, 04/056986/01 primair, 04/057009-01 primair, 04/057031-01 primair en 04/057015-01 sub 1 primair telkens: "Opzettelijk niet voldoen aan een bevel krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast".
-onder parketnummer 04/057015-01 sub 2:
"Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening".
Verklaart de verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van twee maanden.
Dit arrest is gewezen door Mr. Claassens, als voorzitter
Mrs. Van den Elzen en Valkenburg, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Dhr. Van Baast, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 oktober 2003.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1969,
,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Is bij vonnis van de rechtbank te Roermond van 15 november 2001 ter zake van:
veroordeeld tot:
is vrijgesproken van het tenlastegelegde in de zaken met parketnummers 04/056986-01, 04/056920-01, 04/056979-01, 04/056986-01, 04/057009-01, 04/057031-01 en 04/057015-01;