ECLI:NL:GHSHE:2003:AL7970
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. de Kok
- C. de Klerk-Leenen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Stichting Rechtsbijstand voor verjaring van vordering door appellante
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 september 2003, staat de aansprakelijkheid van de Stichting Rechtsbijstand centraal. Appellante, een besloten vennootschap, verwijt de Stichting dat zij niet tijdig de vordering jegens de wederpartij heeft ingesteld, waardoor de vordering zou zijn verjaard. De zaak betreft een geschil over een elektrische installatie die door de wederpartij was aangelegd en waarvoor appellante schadevergoeding vorderde. De rechtbank te Breda had eerder de vordering van appellante afgewezen, omdat de verjaringstermijn was verstreken. Appellante had de Stichting verzocht om de zaak ter hand te nemen, maar stelt dat de Stichting haar niet adequaat heeft bijgestaan.
Het hof bespreekt de grieven van appellante, waarbij zij onder andere aanvoert dat de Stichting verantwoordelijk is voor het niet tijdig instellen van beroep. Het hof oordeelt dat de Stichting niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de fouten van de advocaat die de zaak behandelde. De grieven van appellante worden verworpen, en het hof concludeert dat er geen causaal verband is tussen de vermeende fouten van de Stichting en de schade die appellante heeft geleden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt appellante in de kosten van het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van rechtsbijstandsverzekeraars en de noodzaak voor verzekerden om tijdig actie te ondernemen in juridische geschillen. Het hof stelt vast dat de Stichting niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gevolgen van de verjaring, aangezien appellante zelf ook een rol heeft gespeeld in het proces.