ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9553
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Feith
- A. de Groot-van Dijken
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en kosten van medische tuchtprocedures in civiele rechtszaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een geschil tussen een appellant, een psychiater, en een geïntimeerde, die als gevolg van een verkeersongeval een post-whiplashsyndroom had ontwikkeld. De geïntimeerde had een klacht ingediend tegen de appellant bij het regionaal tuchtcollege, omdat zij meende dat het rapport van de appellant onzorgvuldig en onjuist was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er voldoende causaal verband bestond tussen het rapport van de appellant en de beslissing van de verzekeraar om de uitkering van de geïntimeerde te beëindigen. De geïntimeerde vorderde vergoeding van advocaatkosten en smartengeld op grond van onrechtmatige daad.
Het hof oordeelde dat de kosten van de medische tuchtprocedures niet konden worden aangemerkt als redelijke kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad, waarin werd vastgesteld dat tuchtrechtelijke procedures niet primair zijn bedoeld om schadevergoeding te verschaffen aan de klager. Het hof vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die de kosten van de tuchtprocedures had toegewezen, en oordeelde dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. De proceskosten in eerste aanleg werden gecompenseerd, en de geïntimeerde werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van het onderscheid tussen tuchtrechtelijke procedures en civiele aansprakelijkheidsprocedures, en bevestigt dat kosten gemaakt in tuchtrechtelijke procedures niet automatisch kunnen worden doorberekend aan de tegenpartij in een civiele procedure. Het hof wees de vordering van de geïntimeerde tot betaling van € 4.746,37 af en verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad.