ECLI:NL:GHSHE:2003:AO2376
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Koster-Vaags
- W. Waaijers
- A. Spoor
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming ziektekosten voor onderwijspersoneel en het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de beslissing van de kantonrechter die haar vordering tot een tegemoetkoming in de ziektekosten door VOMO had afgewezen. [appellante] was sinds 1 augustus 1995 als lerares werkzaam bij VOMO en ontving tot 1 januari 2002 een tegemoetkoming in haar ziektekosten op basis van het Besluit ZKOO. Deze tegemoetkoming werd echter stopgezet omdat VOMO stelde dat [appellante] als zelfstandige verplicht verzekerd was onder de Ziekenfondswet (Zfw) en daarom geen recht meer had op de tegemoetkoming. [appellante] vorderde een verklaring voor recht dat VOMO ook na 1 januari 2002 gehouden was haar een tegemoetkoming ziektekosten te verstrekken, en voerde aan dat de toepassing van art. 3 lid 1 onder a van het Besluit ZKOO in strijd was met het gelijkheidsbeginsel.
Het hof oordeelde dat VOMO in strijd met het gelijkheidsbeginsel handelde door de tegemoetkoming te beëindigen. Het hof stelde vast dat [appellante] verplicht verzekerd was onder de Zfw en dat zij, in tegenstelling tot andere collega’s, geen tegemoetkoming meer ontving, terwijl zij wel de volledige premies voor haar ziektekostenverzekering moest betalen. Het hof concludeerde dat er geen objectieve rechtvaardiging was voor het onderscheid dat VOMO maakte tussen onderwijspersoneel dat wel of niet als zelfstandige was verzekerd. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en verklaarde voor recht dat VOMO ook na 1 januari 2002 gehouden was aan [appellante] een tegemoetkoming in de ziektekosten te verstrekken, met wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot aan de algehele voldoening. VOMO werd tevens veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.