4.2.2. Bij verzoekschrift van 29 december 1998 hebben [appellant 1]en Artemis aan de rechtbank te Breda verlof gevraagd om derdenbeslag te leggen onder de ING bank ten laste van [naam] B.V. voor een vordering die zij verzochten te begroten op f 230.000,--. Het verlof is diezelfde dag verleend en het beslag is eveneens die dag gelegd.
In het verzoekschrift hebben [appellant 1]en Artemis hun vordering als volgt omschreven:
(a) ingevolge afrekening 16 februari 1998: f 58.997,24
(b) management fee maart 1998: f 11.000,--
(c) de helft van de inkomsten van de joint venture over januari - maart 1998: geschat f 100.000,--, nader te blijken uit door Eclectic af te leggen rekening en verantwoording;
(d) bedrijfsschade wegens onrechtmatige aangifte, onrechtmatig beslag en onrechtmatige mededelingen aan klanten: voorlopig begroot op f 50.000,--.
De eis in de hoofdzaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 januari 1999, welke de procedure onder rolnr. 99-198 (rechtbank) inleidde.
Als gevolg van overleg tussen partijen heeft de ING bank op 15 maart 1999 ten laste van [naam] B.V. en ten gunste van [appellant 1]en Artemis een bankgarantie gesteld van f 230.000,-- tot meerdere zekerheid voor de voldoening van al hetgeen tot betaling waarvan [naam] B.V. bij in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing gehouden zal zijn. Het beslag van 29 december 1998 is daarop opgeheven.
In het vonnis van 7 mei 2002 heeft de rechtbank ten aanzien van de vorderingen die in het beslagrekest zijn genoemd, als volgt geoordeeld:
- ad (a): de rechtbank heeft daarvan f 7.445,-- toegewezen.
- ad (b): het bedrag van f 11.000,-- is door de rechtbank toegewezen.
- ad (c): de rechtbank heeft Eclectic veroordeeld rekening en verantwoording af te leggen;
- de vordering sub (d) terzake waarvan schadevergoeding op te maken bij staat was gevorderd: de beslagen en de aangifte werden door de rechtbank niet onrechtmatig geacht. Van schade door mededelingen aan klanten was volgens de rechtbank niet gebleken. De vordering is afgewezen.
Daarnaast is aan [appellant 1] en Artemis nog toegewezen een bedrag van f 50.939,-- wegens door hen ten behoeve van de joint venture betaalde facturen van derden. Dit bedrag vormt in appel geen onderwerp van discussie meer.
In totaal werd aan [appellant 1]en Artemis mitsdien toegewezen een bedrag van f 69.384,30.
Dit bedrag is door de rechtbank verrekend met het aan Eclectic en [geïntimeerde 2] toegewezen bedrag van ruim f 130.000,-- zodat per saldo [appellant 1]en Artemis een bedrag aan Eclectic en [geïntimeerde 2] hebben betaald.
4.2.3. De rekening en verantwoording betreffende de vordering sub (c) is op 10 maart 2003 door Eclectic opgesteld en op 19 maart 2003 aan [appellant 1]en Artemis gezonden. Volgens Eclectic blijkt daaruit dat zij niets meer aan [appellant 1]en Artemis verschuldigd is, aangezien het aan hun over de periode januari - maart 1998 toekomende bedrag van f 45.764,-- ruimschoots is voldaan door de door Eclectic betaalde voorschotten ad f 55.000,-- (2x f 22.000,-- en ingevolge vonnis van 7 mei 2002 nog eens f 11.000,--). Eclectic formuleert als incidentele grief tegen het vonnis van 7 mei 2002 dat de rechtbank ten onrechte [appellant 1]en Artemis gerechtigd heeft geacht tot voorschotten ad f 55.000,-- nu hun aandeel over 1998 niet meer dan f 45.764,-- bedraagt. Deze incidentele grief heeft mitsdien betrekking op de vordering sub (b).