6. Met de verkoop van het deel van perceel 342 werd dit in drieën gedeeld; het aan de straat gelegen stuk waarop een woonhuis stond, dat na de verdeling nummer 677 kreeg, en het achterste deel, dat later nummer 679 kreeg, werden toen niet verkocht; enkel het middelste deel van 342, dat later nummer 678 kreeg, werd in 1974 door [Sr.] verkocht. Dat volgt uit de opgegeven maten (678 is groot 289 m² terwijl verkocht werd ongeveer 300 m²), en uit het gegeven dat slechts tuingrond werd verkocht terwijl op het aan de straat gelegen deel van 342 een woning stond.
7. Het gedeelte van perceel 667 dat in 1974 werd verkocht, werd in de akte begroot op 530 m².
Uit een schets bij die akte blijkt, dat het de bedoeling was dat ook het stuk grond, gelegen tussen de woning (nr. 19) en de straat, alsmede (in de breedte gezien) minstens de helft van de strook grond, gelegen tussen de opstallen van nr. 19 en van nr. 21, welke strook de toegang vormde tot perceel 668, zouden worden overgedragen.
8. In het geding is gebracht een nauwkeurige en op schaal gemaakte kadastrale tekening van 27 maart 1978, waaruit met enige nauwkeurigheid de oppervlakte van de percelen valt af te leiden.
Vanzelfsprekend varieert de grootte van het verkochte gedeelte al naar gelang de nieuwe noord-zuid scheidslijn meer westelijk dan wel meer oostelijk wordt gesitueerd.
Zelfs indien die lijn pal langs de oostgevel van nr. 19 zou worden getrokken (en dus de hele strook grond naar achteren, naar perceel 668, buiten beschouwing zou worden gelaten), dan zou het westelijk deel reeds 670 m² groot zijn.
Indien de lijn precies halverwege de 5 meter brede, en 80 meter lange, strook tussen de nrs. 19 en 21 zou worden getrokken, zou het westelijke deel 870 m² groot zijn.
En volgens de kadastrale tekening is van die strook een deel van 4 meter breed, dus groot 320 m² bij 667 gekomen, plus de schuine punt van ongeveer 50 m² die pal boven het huidige 681 ligt, samen dus 1040 m². (Volgens het kadaster 1055 m²).
9. Gelet op datgene wat partijen in 1974 klaarblijkelijk beoogden over te dragen, is de vermelding van 530 m² in de akte dus kennelijk onjuist en komt daaraan geen betekenis toe.
10. Het overgedragen (westelijk) deel van 667 kreeg na de verkoop in 1974 nummer 680 en het behouden (oostelijk) deel nummer 681. De woning met huisnummer 19 staat op 680 en de woning met huisnummer 21 op 681.
11. In 1979 heeft [principaal geïntimeerde sub 1] perceelsgedeelten verkocht aan [principaal appellante]; de percelen werden omschreven op vrijwel identieke wijze als in de akte van 1974 was gebeurd. Levering vond nog niet plaats; artikel 7 van die overeenkomst bepaalde dat levering zou plaatsvinden uiterlijk een maand na overlijden van [principaal geïntimeerde sub 1].
12. In 1998 werd door [principaal geïntimeerde sub 1] een deel van perceel 680, namelijk het hele perceel, uitgezonderd de woning nr. 19, de tuin daar recht achter (en er links naast), en een smal strookje pal vóór de woning, verkocht en geleverd aan [principaal geïntimeerde sub 2] Het overgedragen stuk kreeg als nummer 1163, het resterende stuk 1162.
13. [principaal appellante] stelt dat hiermee tekort werd gedaan aan haar rechten, aangezien in 1979 het hele perceel 680 aan haar was verkocht.
[principaal geïntimeerde sub 1] en [principaal geïntimeerde sub 2] stellen zich op het standpunt, dat uit de diverse oppervlakten zoals vermeld in de akten valt af te leiden, dat in 1979 enkel het deel dat later nummer 1162 kreeg, aan [principaal appellante] was verkocht en dat het [principaal geïntimeerde sub 1] daarom vrijstond het resterende deel, later 1163, aan [principaal geïntimeerde sub 2] te verkopen.
14. Uit de omschrijving in de koopovereenkomst van juli 1979 blijkt, dat bij de omschrijving van het verkochte partijen kennelijk beoogden geheel aan te haken bij de omschrijvingen van de eerdere akte van 1974. Dat betekent, dat in 1979 aan [principaal appellante] werden verkocht het deel groot omstreeks 300 m² (feitelijk groot 289 m²) van 342, dat inmiddels nummer 678 had gekregen, alsmede het ten onrechte op 530 m² gestelde, doch in werkelijkheid 1055 m² grote deel van 667 zoals dat in 1974 door [Sr.] aan [principaal geïntimeerde sub 1] was verkocht en overgedragen, later genummerd 680. Nu aldus het gehele perceel 680 in 1979 aan [principaal appellante] was verkocht stond het [principaal geïntimeerde sub 1] in 1979 niet vrij om enig deel daarvan te verkopen aan [principaal geïntimeerde sub 2]
15. Het incidenteel appèl richt zich tegen de toewijzing van de vordering zoals aanvankelijk tegen [principaal geïntimeerde sub 1] ingesteld, doch dit incidentele appèl faalt.
[principaal geïntimeerde sub 1] stelt dat zij niet over de schets bij de akte van 1974 beschikte en zelfs het bestaan daarvan niet kende. In de akte wordt daar echter uitdrukkelijk naar verwezen, zulks terwijl die tekening niet mee is overgeschreven. Zij was zelf partij bij die overeenkomst. Van alle nog in leven zijnde partijen zou zij dus bij uitstek degene geweest zijn, die het bestaan van die schets kende.
Doch ook afgezien daarvan geldt, dat zij kennelijk zelf er mede voor heeft gekozen om de omschrijving in 1979 geheel te laten sporen met die uit 1974, en dus toen kennelijk voornemens was het gehele in 1974 verworven perceel (uitgezonderd 668) aan [principaal appellante] te verkopen.
16. In hoger beroep is de eis door [principaal appellante] aangevuld met een nieuwe eis tegen [principaal geïntimeerde sub 1], strekkende tot nakoming van de in 1979 gesloten koopovereenkomst, in elk geval voor het resterende deel (dus nrs. 1162 en 678), met wijziging van die overeenkomst op de voet van art. 6:230 B.W.
De bewuste overeenkomst bepaalt in art. 7, dat de transportakte zal worden verleden één maand na het overlijden van verkoopster, [principaal geïntimeerde sub 1]. In zoverre is de vordering niet opeisbaar en dus niet toewijsbaar.
Het beroep op art. 6:230 B.W. gaat niet op, nu dit ziet op wijziging in een geval van dwaling (of van een op een niet-bestaande rechtsverhouding voortbouwende overeenkomst). Daarvan is geen sprake.
Voor het geval [principaal appellante] zich wil beroepen op art. 6:258 B.W., geldt dat wat er ook van zij welk belang [principaal geïntimeerde sub 1] heeft bij handhaving van de huidige situatie, genoemd artikel nu eenmaal beperkt is tot die gevallen waarin naar redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet kan worden verlangd, anders gezegd: in betrekkelijk extreme situaties. Daarvan is niet gebleken. Mitsdien dient de gewijzigde eis tegen [principaal geïntimeerde sub 1] te worden afgewezen.
17. Het principaal appèl betreft de vraag, of [principaal geïntimeerde sub 2] wist of kon weten dat perceel 1163 (als onderdeel van 680) reeds eerder aan [principaal appellante] was verkocht en of hij deswege onrechtmatig heeft gehandeld.
18. De volgende vaststaande feiten en omstandigheden zijn in dit verband van belang.
a) [principaal geïntimeerde sub 1] en [principaal geïntimeerde sub 2] wonen op hetzelfde adres.
b) Op 15 oktober 1997 heeft een landmeter van het kadaster de grenzen van de relevante percelen opgemeten. Het ging om onder meer percelen 678, 679, 680 en 681. Hierbij waren aanwezig onder meer [principaal appellante] en haar echtgenoot als aanvragers en huurders van pand 678 en 680, mr. P.J.M. Hermsen als schriftelijk gemachtigde namens B.V. Combo Oss B.V., voor percelen 679 en 681. Van Combo Oss B.V. is [principaal geïntimeerde sub 2] de bestuurder en (enig) eigenaar. Mr. Hermsen is ook de raadsman van [principaal geïntimeerde sub 1] en van [principaal geïntimeerde sub 2]
c) Notaris [notaris] schreef op 2 februari 1998 aan [principaal geïntimeerde sub 1] onder meer als volgt.
...
Op Uw naam staan nog de percelen, kadastraal bekend gemeente [plaats], sectie D nummer 678, groot 2,89 are en nummer 680, groot 10,55 are. Bij koopakte d.d. juli 1979 is door U verkocht aan Uw dochter een gedeelte van genoemde percelen, ter grootte van ongeveer 8,30 are. ... Het aan Uw dochter verkochte gedeelte is gearceerd aangegeven op bijgevoegde kaart. [Noot hof: op de bijgevoegde kaart zijn gearceerd percelen 678 en een deel van 680, ongeveer overeenkomend met het latere 1162.]
Tengevolge van de verkoop aan Uw dochter hebt U thans nog de beschikking over een gedeelte, groot ongeveer 514 m². Uw wens is om dit gedeelte op naam te stellen van Combo Oss ...
...
Een copie van dit schrijven heb ik gezonden aan mr. P.J.M. Hermsen.
d) De transportakte van 1974, destijds overigens opgemaakt door een andere notaris, [naam andere notaris] uit [palats], bevat nog de volgende passage: