ECLI:NL:GHSHE:2004:AO2096
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Teeffelen
- P. van Zinnen
- A. van Soest-van Dijkhuizen
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking
In deze zaak gaat het om de tijdigheid van de inschrijving van een echtscheidingsbeschikking. De man, appellant, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 23 april 2003, waarin zijn verzoek tot vernietiging van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 31 juli 1998 werd afgewezen. De vrouw, geïntimeerde, heeft verzocht om de beschikking te bekrachtigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 november 2003, waarbij de man en zijn raadsman, evenals de raadsman van de vrouw, aanwezig waren. De vrouw en de officier van justitie waren niet verschenen.
De man stelt dat de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking niet tijdig heeft plaatsgevonden, aangezien deze pas op 5 augustus 1999 is ingeschreven, terwijl de termijn van inschrijving volgens hem op 30 maart 1999 eindigde. De rechtbank had eerder op 21 november 2001 de vordering van de officier van justitie om de inschrijving te doorhalen ingetrokken, wat leidde tot de huidige procedure. De vrouw betwist de grieven van de man en stelt dat hij ook tegen de echtscheiding zelf hoger beroep heeft ingesteld, waardoor de beschikking pas op 17 mei 1999 in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof oordeelt dat de man niet ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn recht van hoger beroep ten aanzien van de echtscheiding zelf. De inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op 5 augustus 1999 is derhalve binnen de wettelijke termijn van zes maanden geschied. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, onder aanvulling van de gronden, en compenseert de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven op 15 januari 2004.