ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4012
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Teeffelen
- A. van Zinnen
- M. Soest-van Dijkhuizen
- Rechtspraak.nl
Einde alimentatieplicht wegens geslaagd beroep op artikel 1:160 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 februari 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de alimentatieplicht van de man jegens de vrouw. De man, appellant, heeft in zijn beroepschrift verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank te vernietigen en de partneralimentatie op nihil te stellen, onder andere omdat de vrouw samenwoont met een andere man, de heer [X]. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 januari 2004, waarbij beide partijen werden bijgestaan door hun advocaten. De vrouw, geïntimeerde, heeft de stelling van de man weersproken en aangegeven dat zij een affectieve relatie heeft met de heer [X], maar dat hij niet bij haar woont.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw vanaf 1 december 2003 samenwoont met de heer [X] in de zin van artikel 1:160 BW. Dit werd onderbouwd door getuigenverklaringen en de omstandigheden van hun relatie. Het hof oordeelde dat de onderhoudsverplichting van de man per 1 december 2003 is geëindigd, en dat de vrouw teveel ontvangen onderhoudsbijdrage zal terugbetalen. De beslissing van het hof houdt in dat de bestreden beschikking gedeeltelijk wordt vernietigd, en dat de man niet langer onderhoudsbijdrage verschuldigd is aan de vrouw.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder de alimentatieplicht kan eindigen, met name in het geval van samenwoning, en de gevolgen daarvan voor de betrokken partijen. De proceskosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.