ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4114
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Kranenburg
- A. Meulenbroek
- J. Feddes
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na ongeval; vervolg op tussenarrest
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van een appellant die schadevergoeding eiste na een ongeval. Het hof had eerder, op 15 april 2003, een tussenarrest gewezen waarin de appellant was gevraagd om nadere informatie te verstrekken over zijn arbeidsverleden en inkomenssituatie. De appellant had deze informatie echter niet tijdig of voldoende onderbouwd aangeleverd. Het hof merkte op dat de appellant pas in een laat stadium van de procedure relevante informatie over zijn arbeidsverleden had verstrekt, en dat deze informatie niet toereikend was om zijn stellingen te onderbouwen. De appellant had onder andere een verzoekschrift overgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie, maar het hof oordeelde dat de informatie over zijn persoonlijke omstandigheden onvoldoende was om zijn claims te ondersteunen.
Het hof concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij schade had geleden door verlies van arbeidsvermogen, en dat er geen concrete feiten of omstandigheden waren gesteld die zijn vordering op dit punt konden dragen. Ook andere onderdelen van de vordering, zoals schade wegens verlies van zelfwerkzaamheden en extra kosten van schoeisel, werden afgewezen omdat de appellant deze niet voldoende had onderbouwd. Het hof stelde vast dat de enige relevante rapportage over de immateriële schadevergoeding afkomstig was van orthopedisch chirurgen, en dat het hof op basis van deze informatie een redelijke en billijke schadevergoeding van € 11.344,50 vaststelde. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de eerdere vonnissen en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep.