ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4898
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Koster-Vaags
- Waaijers
- Spoor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over voorlopige voorziening voor kantinebeheerder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellant] is ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in kort geding. [Appellant] vordert een voorlopige voorziening om als kantinebeheerder zijn werkzaamheden in de kantine van Sportpark Seringenlaan te kunnen voortzetten, zoals overeengekomen in zijn arbeidsovereenkomst van 9 juni 1998. De kantonrechter heeft de vordering van [appellant] in eerste aanleg afgewezen, waarop hij in hoger beroep is gegaan. De Stichting, die als gedaagde partij optreedt, heeft verweer gevoerd maar is niet verschenen in de hoger beroepsprocedure.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] geen nadere informatie heeft verschaft over de gang van zaken sinds zijn op non-actief stelling op 17 augustus 2002, noch over de status van de arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelt dat het spoedeisend belang van [appellant] niet is aangetoond, waardoor de vordering reeds op die grond moet worden afgewezen. Het hof overweegt verder dat, zelfs als de werktijden door het oude bestuur van de Stichting zouden zijn aangepast, de voorstellen van het huidige bestuur niet onredelijk zijn.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de proceskosten in hoger beroep, die aan de zijde van de Stichting op nihil worden begroot. De uitspraak is gedaan op 3 februari 2004 door de achtste kamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.