ECLI:NL:GHSHE:2004:AO7085
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- De Kok
- De Klerk-Leenen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van ING Bank N.V. voor zorgplichtschending bij uitvoering van een bestensorder
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van ING Bank N.V. voor het niet naleven van haar zorgplicht bij de uitvoering van een aankooporder van een particuliere belegger, hier aangeduid als [principaal appellant]. De zaak is ontstaan na een telefonische opdracht van [principaal appellant] aan de Beleggers Service Lijn van ING op 11 februari 2000, waarbij hij 1.500 aandelen Via Networks (VNW) wilde kopen met de toevoeging 'bestens'. Dit betekent dat de aankoop tegen elke koers moest worden uitgevoerd. De openingskoers bleek echter veel hoger dan het beschikbare saldo van [principaal appellant], wat resulteerde in een aanzienlijke debetstand op zijn rekening. De rechtbank oordeelde dat ING een zorgverplichting had om te voorkomen dat [principaal appellant] in een debetstand zou komen, en dat zij de aankooporder had moeten voorzien van een koerslimiet.
In hoger beroep heeft het hof bevestigd dat ING haar zorgplicht heeft geschonden door de order uit te voeren zonder een koerslimiet. Het hof oordeelde dat ING niet alleen verantwoordelijk was voor het constateren van een ontoereikend saldo, maar ook voor het beschermen van de niet-professionele belegger tegen het risico van een debetstand. De schadevergoeding die aan [principaal appellant] werd toegewezen, werd berekend op basis van het verschil tussen de werkelijke kosten van de aankoop en wat hij had moeten betalen als de order correct was ingericht. Uiteindelijk werd de schade vastgesteld op € 29.336,10, met wettelijke rente vanaf 15 maart 2001.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van financiële instellingen ten opzichte van particuliere beleggers en de noodzaak om zorgvuldigheid in acht te nemen bij het uitvoeren van orders, vooral wanneer er risico's zijn voor de klant. Het hof compenseerde ook de proceskosten tussen partijen, aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk waren gesteld.