ECLI:NL:GHSHE:2004:AO7619

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/02297
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.Th. Simons
  • P.J.A.M. van Sleuwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Parkeerbelasting en betaling in buitenlandse valuta

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 3 maart 2004 uitspraak gedaan in het beroep van X, een belanghebbende uit België, tegen de beslissing van de gemeente Y met betrekking tot een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting. De naheffingsaanslag was opgelegd op 29 mei 2001, toen de auto van de belanghebbende geparkeerd stond op een door de gemeente aangewezen parkeerplaats. De belanghebbende had de parkeerbelasting voldaan in Belgische francs, maar betwistte de hoogte van de door de gemeente gehanteerde wisselkoers. Hij stelde dat de gemeente een ongunstige koers had toegepast, waardoor hij te weinig belasting had betaald.

Het Hof oordeelde dat in Nederland de parkeerbelasting in beginsel moet worden voldaan in Nederlands wettig betaalmiddel. De gemeente Y had echter als service voor buitenlandse bezoekers de mogelijkheid geboden om de belasting in bepaalde buitenlandse valuta te voldoen. Het risico van het niet naleven van de door de gemeente gehanteerde wisselkoers kwam voor rekening van de belanghebbende. Het Hof verwierp de grief van de belanghebbende en verklaarde het beroep ongegrond, aangezien het bedrag van de naheffingsaanslag zelf niet in geschil was.

De uitspraak benadrukt dat het aan de belastingplichtige is om zich te houden aan de door de gemeente vastgestelde voorwaarden en dat het niet naleven daarvan kan leiden tot een ongegrond beroep. Het Hof achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 01/02297
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Y (België) (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de directie Stadsbeheer en Facilitaire Zaken van de gemeente Y (hierna: de verweerder), op het bezwaarschrift betreffende de naheffingsaanslag in de parkeerbelasting de dato 29 mei 2001, aanslagnummer 1.
Het onderzoek ter zitting
Het onderzoek ter zitting heeft met gesloten deuren plaatsgehad op 18 februari 2004 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de verweerder.
Na de behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 3 maart 2004, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
De beslissing
Het Hof verklaart het beroep ongegrond.
De gronden voor de beslissing
1. Op 29 mei 2001 om 17.03 uur stond belanghebbendes personenauto, met het kenteken 2 op een parkeerplaats aan de Aweg in de gemeente Y geparkeerd. Deze locatie is door burgemeester en wethouders op grond van de Verordening aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd.
2. In geschil is of de onderhavige naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
3. Belanghebbende heeft de parkeerbelasting betaald in Belgische francs. Zijn grief komt hierop neer dat de gemeente Y voor diegenen die de parkeerbelasting willen voldoen in Belgisch geld, een koers heeft gehanteerd BEF 20,- per ƒ 1,-, in plaats van BEF 18,305 per ƒ 1,- zoals door de Europese Centrale Bank per 1 januari 2001 is voorgeschreven, waardoor hij, in de visie van de gemeente, te weinig parkeerbelasting heeft voldaan.
4. Het Hof verwerpt de grief van belanghebbende. Er dient ervan te worden uitgegaan dat in Nederland de parkeerbelasting in beginsel moet worden voldaan in Nederlands wettig betaalmiddel. Nu de gemeente Y als service voor bezoekers uit het buitenland het mogelijk heeft gemaakt deze belasting te voldoen in bepaalde buitenlandse valuta komt het risico voor rekening van belanghebbende, indien hij zich niet houdt aan de door de gemeente gehanteerde wisselkoers.
5. Gelet op vorenstaande dient, nu het bedrag van de naheffingsaanslag als zodanig niet in geschil is, het beroep ongegrond te worden verklaard.
De proceskosten
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus gedaan door J.Th. Simons, lid van voormelde Kamer, en voor wat betreft de beslissing in tegenwoordigheid van P.J.A.M. van Sleuwen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2004.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 9 maart 2004
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ
's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende € 51,-.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van € 204,50 verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.