ECLI:NL:GHSHE:2004:AO8657
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Smeenk-Van der Weijden
- A. Draijer-Udo
- J. Aarts
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen ouders van minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende een omgangsregeling tussen de ouders van de minderjarige [de zoon]. De rechtbank te Maastricht had op verzoek van de vrouw een gedetailleerde omgangsregeling vastgesteld, waarin onder andere was geregeld hoe laat het kind gehaald en gebracht moest worden, hoe vakanties werden verdeeld en waar de kerstdagen doorgebracht moesten worden. In hoger beroep ontstond er echter onenigheid over de uitvoering van deze regeling, waarbij het recht op omgang zelf niet ter discussie stond. Beide ouders hadden moeite met de communicatie, wat essentieel is voor een goede uitvoering van de omgangsregeling. Tijdens de zitting hebben partijen besloten om mediation in te schakelen om de communicatie te verbeteren en tot een werkbare omgangsregeling te komen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 25 maart 2004, waarbij zowel de man als de vrouw en hun advocaten aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De vrouw had in hoger beroep drie grieven ingediend, die betrekking hadden op de details van de omgangsregeling, zoals het incidenteel halen en brengen van de minderjarige door de ouders van de man en de verdeling van de vakanties. Het hof heeft de zaak aangehouden om partijen de kans te geven om via mediation tot een oplossing te komen. De behandeling van de zaak is pro forma aangehouden tot 8 oktober 2004, waarbij partijen zelf contact moeten opnemen met de Raad voor Rechtsbijstand voor de mediation.
De beslissing van het hof houdt in dat partijen zullen meewerken aan de omgangsbemiddeling en dat zij in afwachting van de beschikking waarvan beroep overeenstemming hebben bereikt over de verdeling van de zomervakantie 2004. Het hof heeft verder iedere andere beslissing aangehouden.