4.1. Deze zaak betreft het navolgende.
CTS houdt zich bezig met taxivervoer, waaronder groepsvervoer zoals leerlingenvervoer. Tot voor kort was zij nog niet actief in Maastricht en omstreken; sinds eind 2003 verzorgt zij na gunning in een openbare aanbesteding "vervoer op maat" in de gemeente Maastricht.
De gemeente Maastricht heeft op 5 september 2003 een in twaalf percelen verdeelde opdracht voor leerlingenvervoer in de gemeenten Maastricht, Meerssen en Valkenburg voor de periode 2004-2006, met een bijbehorend Programma van Eisen (PvE), gepubliceerd (de opdracht). Het betreft in hoofdzaak het dagelijks vervoer van ca. 650 leerlingen, sommigen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Op de opdracht is van toepassing de Europese aanbestedingsrichtlijn diensten (Richtlijn 92/50/EEG, gewijzigd door Richtlijn 97/52/EG, verder te noemen de Richtlijn diensten). De gemeente heeft gekozen voor een openbare procedure.
In de opdracht is het navolgende opgenomen.
Als selectiecriteria worden onder meer gesteld: beschikken over vergunningen, bewijs van inschrijving in handelsregister en van verzekeringen, overzicht van omzet over de laatste drie jaren, referentielijst van opdrachten. Als "Voorwaarden betreffende een opdracht voor dienstverlening" wordt in de aankondiging geëist: beschikken over vergunningen voor personenvervoer, en: " Rechtspersonen moeten de namen en beroepskwalificaties opgeven van het personeel dat met de uitvoering van de opdracht belast wordt." Het gunningscriterium is de economisch meest voordelige aanbieding, gelet op de prijs (25%), de geschiktheid van het wagenpark (35%), en de mate van ervaring van de vast in te zetten chauffeurs met de vervoersgroep (40%). De wijze van beoordeling is blijkens het PvE aldus, dat voor elk gunningscriterium een score tussen 0 en 5 wordt toegekend, welke wordt vermenigvuldigd met de wegingsfactoren, waarna de hoogste totaalscore de economisch meest voordelige inschrijving is. Het PvE eist voorts een uitvoeringsplan met opgave van de in te zetten voertuigen (kenteken, bouwjaar, merk, aantal zitplaatsen etc.), de in te zetten chauffeurs (naam, leeftijd, kwalificaties/diploma's, lengte dienstverband, ervaring met de vervoersgroep en wanneer opgedaan). Tenslotte is als eis gesteld dat de opgegeven chauffeurs ook daadwerkelijk het vervoer zullen rijden, en dat een chauffeur slechts eenmaal in de inschrijving mag voorkomen.
CTS heeft op deze aankondiging een aanbieding voor alle twaalf percelen gedaan.
Op 11 november 2003 heeft de gemeente, naar aanleiding van bij haar ingediende vragen, een nadere toelichting gegeven op het gunningscriterium " mate van ervaring van de vast in te zetten chauffeurs". De gemeente heeft daarbij een door de inschrijvers in te vullen tabel gevoegd, waarop dient te worden opgegeven: de naam van de chauffeur, perceel waarvoor deze wordt ingezet, lengte dienstverband, ervaring met vervoersgroep(en) in het perceel en in het algemeen, ervaring met kindervervoer, groepsvervoer en personenvervoer. Aangegeven is dat ook de intensiteit (incidenteel, wekelijks etc.) moet worden opgegeven. Naar aanleiding van deze toelichting heeft zich tussen CTS en de gemeente een discussie ontwikkeld over de gevraagde gedetailleerde informatie over het kwaliteitsniveau van de chauffeurs. De gemeente heeft aan haar eisen vastgehouden. CTS heeft de tabel niet ingevuld, maar alleen aangegeven hoe zij haar chauffeurs opleidt en aan welke minimale eisen zij zullen voldoen. Op 25 november 2003 heeft de gemeente het resultaat van de aanbesteding aan de inschrijvers medegedeeld: aan CTS is geen enkel perceel gegund. Voor "ervaring van chauffeurs" is haar steeds het getal 1 toegekend. Bij brief van 3 december 2003 heeft CTS daartegen geprotesteerd en een kort geding aangekondigd.