ECLI:NL:GHSHE:2004:AO9775
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Koster-Vaags
- Waaijers
- Spoor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsovereenkomst en ontbinding onder bedrog
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 april 2004, betreft het een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [principaal appellante] tegen [principaal geïntimeerde]. De principaal geïntimeerde was in dienst getreden op 19 augustus 1996, maar de arbeidsovereenkomst werd op verzoek van de principaal appellante ontbonden per 1 februari 2001, met een vergoeding van f. 22.500,-- bruto. De principaal appellante stelde dat deze ontbinding tot stand was gekomen door bedrog of arglist van de zijde van de principaal geïntimeerde. De principaal appellante heeft op 5 april 2001 een civiele procedure gestart om de ontbinding aan te vechten.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter op 14 juni 2001 een comparitie van partijen bevolen, waarna bewijs werd opgedragen aan de principaal appellante. Uiteindelijk heeft de kantonrechter op 7 november 2002 de vordering van de principaal appellante afgewezen. Hierop heeft de principaal appellante hoger beroep ingesteld, waarbij zij de vernietiging van de eerdere vonnissen en de herroeping van de beschikking van 1 februari 2001 heeft gevorderd.
Het hof heeft geoordeeld dat de principaal appellante niet ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat de vonnissen waarvan beroep beslissingen zijn inzake de heropening van een geding, waartegen geen hoger beroep openstaat. Het incidenteel appel van de principaal geïntimeerde is niet beoordeeld, omdat het hof de principaal appellante niet ontvankelijk heeft verklaard. De principaal appellante is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 205,-- voor verschotten en € 545,-- voor salaris van de procureur.