ECLI:NL:GHSHE:2004:AP4618

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 juni 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
12072/APP
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • Mr. Van Nierop
  • Mrs. Lo-Sin-Sjoe
  • Mr. Van Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang van raadsman tot zitting in hoger beroep van niet verschenen verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 juni 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Maastricht van 13 mei 2004, waarbij de verlenging van de gevangenhouding van de verdachte werd bevolen. De verdachte was niet ter zitting verschenen, maar had zijn raadsman gemachtigd om namens hem het woord te voeren. De raadsman werd echter de toegang tot de zitting geweigerd, wat leidde tot de vraag of dit rechtmatig was en of de beslissing van de rechtbank nietig verklaard diende te worden.

Het Hof overweegt dat er op zich geen bezwaar bestaat tegen het optreden van een raadsman als gemachtigde van een niet verschenen verdachte. Het is gebruikelijk dat het Hof een raadsman toestaat om het woord te voeren. Echter, het Hof concludeert dat uit de relevante wetsbepalingen, met name artikel 23 van het Wetboek van Strafvordering, niet kan worden afgeleid dat er een vertegenwoordigingsbevoegdheid bestaat. Dit betekent dat er geen verplichting is om de raadsman toegang te verlenen tot de zitting.

Het Hof verwerpt het verweer van de verdediging, omdat het standpunt geen steun vindt in het recht. Het Hof verenigt zich met de beschikking van de rechtbank en oordeelt dat de situatie zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich niet voordoet. Gelet op deze overwegingen wijst het Hof het hoger beroep af en bevestigt de beschikking waarvan beroep. De advocaat-generaal brengt de beschikking ten kennis van de verdachte, die thans preventief gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting 'Overmaze' te Maastricht.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE 'S-HERTOGENBOSCH
=====================
| VOORLOPIGE HECHTENIS
=====================
Parketnummer 1e aanleg : [verdachte] 03/005196/04
Raadkamernummer : 12072/APP
Volgnummer: 09
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch,
gezien de akte van de griffier van de rechtbank te Maastricht d.d. 13 mei 2004, waarbij namens
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1984,
[adres],
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Overmaze" te Maastricht,
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank te Maastricht d.d. 13 mei 2004, bij welke beschikking de verlenging gevangenhouding van [verdachte] voornoemd werd bevolen.
gezien de beschikking waarvan beroep;
gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman;
De raadsman van verdachte heeft het navolgende aangevoerd:
Verdachte heeft bij de rechtbank afstand gedaan van zijn verschijningsrecht en is derhalve niet ter zitting in raadkamer verschenen. Verdachte had zijn raadsman gemachtigd, aldus de raadsman, om namens hem het woord te voeren.
Aan de raadsman is ondanks zijn herhaaldelijk verzoek de toegang tot de zitting geweigerd waardoor hij niet in staat is geweest namens verdachte verweer te voeren.
Deze gang van zaken dient aldus de raadsman tot gevolg te hebben dat de beslissing van de raadkamer van de rechtbank nietig wordt verklaard en de voorlopige hechtenis van verdachte wordt opgeheven, zo althans verstaat het hof het gevoerde verweer.
Het hof overweegt met betrekking tot dit verweer het navolgende:
Op zich bestaat geen bezwaar tegen een optreden ter zitting in raadkamer van een raadsman als gemachtigde van een niet verschenen verdachte. In de praktijk is het ook gebruikelijk dat het hof een raadsman als gemachtigde van een niet verschenen verdachte toestaat het woord te voeren.
Daar staat tegenover dat naar het oordeel van het Hof uit de desbetreffende wetsbepalingen en met name uit het gestelde in artikel 23 van het Wetboek van Strafvordering niet valt af te leiden dat er een vertegenwoordigingsbevoegdheid bestaat en derhalve ook een plicht om een raadsman als gemachtigde van een niet verschenen verdachte toegang tot de zitting te verlenen.
Nu ook anderszins het standpunt van de verdediging geen steun in het recht vindt verwerpt het Hof het gevoerde verweer;
overwegende, dat het Hof zich met de beschikking als hierboven vermeld en de gronden waarop deze berust verenigt;
overwegende, dat het Hof van oordeel is dat de situatie als bedoeld in art. 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich niet voordoet;
dat gelet op het bovenstaande het hoger beroep dient te worden afgewezen;
Gelet op de artikelen 66 - eerste en derde lid, 67, 67a, 71 - tweede lid en 78 van het Wetboek van Strafvordering.
BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:
Wijst af het hoger beroep;
Bevestigt de beschikking waarvan beroep;
Aldus gedaan op 17 juni 2004
door Mr. Van Nierop, als voorzitter,
Mrs. Lo-Sin-Sjoe en Van Dijk, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Brouns, als griffier.
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ten kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 17 juni 2004
Gezien d.d.
De directeur van Pen. Inr. te Maastricht.