ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2456
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. den Hartog Jager
- J. Adriaansens
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een atelier dat ook als woonruimte in gebruik was
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, waarin de stichting als eiseres [appellant] als gedaagde heeft aangeklaagd. De zaak betreft de ontruiming van een atelierruimte die door [appellant] ook als woonruimte werd gebruikt. [Appellant] huurde in 1979 een atelierruimte van de voormalige eigenaresse, mevrouw [voormalig eigenaresse], en heeft deze ruimte vanaf 1980 mede als woonruimte in gebruik genomen, met vermeende toestemming van de eigenaresse. De stichting heeft echter betwist dat er toestemming was voor permanente bewoning.
De stichting heeft op 15 augustus 2001 de huur opgezegd, met als reden dat kostbare investeringen noodzakelijk waren en de financiële middelen ontbraken. Na de opzegging heeft [appellant] de ruimte niet ontruimd, wat leidde tot een rechtszaak. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst per 1 januari 2003 was geëindigd en heeft [appellant] veroordeeld tot ontruiming binnen vier weken na betekening van het vonnis.
In hoger beroep heeft [appellant] grieven aangevoerd tegen het oordeel van de kantonrechter. Het hof overweegt dat de toestemming van de voormalige eigenaresse voor bewoning de contractuele bestemming van de atelierruimte niet heeft gewijzigd. Het hof concludeert dat de huurovereenkomst betrekking had op een atelierruimte en niet op woonruimte, en dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst is geëindigd. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, met de bepaling dat de ontruimingstermijn vier weken na betekening van het arrest bedraagt.