ECLI:NL:GHSHE:2004:AR5038
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. Drijkoningen
- J. Den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Verhuurder niet ontvankelijk in verzoek tot goedkeuring voor afwijkend beding in huurovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 september 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een verhuurder tot goedkeuring van een afwijkend beding in een vierde huurovereenkomst. De verhuurder had eerder drie huurovereenkomsten afgesloten, waarvan de laatste liep van 1 oktober 2002 tot 1 oktober 2003. Het verzoek tot goedkeuring van de nieuwe huurovereenkomst, die zou lopen van 1 oktober 2003 tot 1 oktober 2005, was door de verhuurder ingediend bij de kantonrechter. Echter, het hof oordeelde dat dit verzoek te laat was ingediend, aangezien het verzoek vóór het verstrijken van de laatste overeenkomst, dus vóór 1 oktober 2003, ingediend had moeten worden. De verhuurder stelde dat het verzoek op 29 september 2003 was verzonden, maar het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat het verzoek tijdig door de kantonrechter was ontvangen. De verhuurder was daarom niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Het hof heeft in zijn eerdere beschikking van 8 juni 2004 al aangegeven dat het verzoek mogelijk niet tijdig was ingediend en heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich hierover uit te laten. De verhuurder heeft echter niet kunnen aantonen dat het verzoek op tijd was ingediend, en het hof heeft vastgesteld dat het verzoek pas op 1 oktober 2003 ter griffie is binnengekomen. Dit leidde tot de conclusie dat de verhuurder niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot goedkeuring van het afwijkend beding. De uitspraak van het hof vernietigde de eerdere beschikking en verklaarde de verhuurder niet-ontvankelijk in zijn verzoek.