4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
a. Op 14 juni 1995 is Rowi Parket Nederland B.V. - verder Rowi - faillietverklaard.
b. In de periode voor haar faillissement had Rowi van Verzicht een bedrijfspand gehuurd aan de Schiedamsedijk 11a te Rotterdam.
c. Tussen Rowi en Verzicht is een procedure gevoerd waarin Rowi een bedrag aan schadevergoeding vorderde van Verzicht, omdat Verzicht als verhuurder in gebreke was gebleven de hemelwaterafvoer deugdelijk te onderhouden en Rowi als gevolg daarvan in september 1993 aanzienlijke waterschade had geleden. Bij vonnis van 5 april 1995 heeft de kantonrechter te Rotterdam Verzicht te dezer zake veroordeeld tot betaling van F 70.175,70, vermeerderd met rente en kosten. In hoger beroep heeft de rechtbank Rotterdam bij vonnis van 27 augustus 1998 dit vonnis van de kantonrechter gedeeltelijk vernietigd en Verzicht veroordeeld tot betaling van F 35.633,70, vermeerderd met rente en kosten. Het door Verzicht ingestelde cassatieberoep is bij arrest van de Hoge Raad d.d. 6 oktober 2000 verworpen (prod. 7 inleidende dagvaarding dossier curator).
d. Teneinde tenuitvoerlegging van het vonnis van de kantonrechter te voorkomen heeft Verzicht op 29 mei 1995 een bankgarantie doen afgeven door haar bank, Staal Bankiers, waarin de bank zich tot een maximumbedrag van F 95.000,- jegens Rowi garantstelde voor de betaling van hetgeen Verzicht terzake voormelde rechterlijke beslissing verplicht zou zijn te voldoen aan Rowi wanneer deze onherroepelijk zou zijn geworden. (prod. 8 inleidende dagvaarding dossier curator). Nadat de Hoge Raad het cassatieberoep had verworpen heeft de curator bij brief d.d. 25 oktober 2000 een beroep gedaan op deze bankgarantie en de bank om betaling verzocht (prod. 3 en 5 inl. dagvaarding dossier curator).
e. Bovenvermelde huur is tijdens het faillissement van Rowi geëindigd op 30 november 1995.
f. Bij brief d.d. 9 november 1995 (prod. 2 inleidende dagvaarding dossier curator, prod. 1 cvr) heeft de raadsman van Verzicht aan de toenmalige curator van Rowi - Mr. Brouns - bericht dat Verzicht van Rowi als boedelschuld te vorderen had
– wegens achterstallig huur
over de periode 1 juli 1995 tot
en met 30 november 1995
( 5 x F 3.500,-) F 17.500,-
- wegens schade aan het huurpand
bij oplevering F 33.500,-
g. Bij brief van 16 november 1995 (prod. 7 cvr) heeft Mr. Brouns daarop een minnelijke regeling voorgesteld mede in verband met de hierboven onder c vermelde uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam d.d. 5 april 1995. Verzicht heeft bij brief d.d. 14 december 1995 (prod. 9 cvr) deze regeling niet geaccepteerd onder de mededeling dat zij de door haar gepretendeerde vorderingen handhaafde.
h. Vervolgens heeft Mr. Brouns een deskundige ingeschakeld teneinde de toestand van het gehuurde te inspecteren en de kosten vast te stellen van de werkzaamheden die eventueel voor rekening van de Rowi zouden kunnen komen (zie prod. 10 en 11 cvr). Op 23 januari 1996 is het gehuurde vervolgens geïnspecteerd door D.M. Mulder Beheer en Onderhoud van Onroerende Goederen B.V. en deze heeft de kosten begroot op F 17.143,86 (prod. 1 inl. dagvaarding dossier curator, prod. 16 cvr).
i. Tussen partijen is geen regeling bereikt.
j. Bij brief d.d. 1 september 1998 (prod. 2 cvr) heeft de raadsman van Verzicht onder verwijzing naar zijn brief van 9 november 1995 en onder aankondiging van een door hem in te stellen cassatieberoep tegen bovenvermeld vonnis van de rechtbank te Rotterdam aan de curator medegedeeld dat Verzicht F 51.000,- van de boedel te vorderen heeft en dat zij een beroep doet op verrekening ingevolge art. 53 Faillissementswet. De curator heeft daarop bij brief d.d. 2 september 1998 (prod. 3 cvr) aan de raadsman van Verzicht medegedeeld dat van verrekening geen sprake kan zijn.
k. Bij brief d.d. 31 oktober 2000 (prod. 5 mvg) heeft de raadsman van Verzicht onder verwijzing naar zijn brieven van 9 november en 14 december 1995 nogmaals aanspraak gemaakt op betaling van de boedelschuld van
F 51.000,-, opnieuw verrekening voorgesteld en zich bereid verklaard het verschil te voldoen.
l. In een brief d.d. 17 december 2001 heeft de curator opgegeven dat de vordering van Rowi op Verzicht intussen F 64.790,63 bedraagt (mvg pag. 4 en prod. 2 mvg). In een berekening bij de memorie van grieven heeft Verzicht vastgesteld dat haar vordering op Rowi op
2 januari 2002 inmiddels F 47.187,67 bedraagt (prod. 2 en 3b mvg) en dat het verschil F 17.602,96 bedraagt.
m. Verzicht heeft het bedrag van dit verschil, in Euro's 7.987,87, op 5 februari 2002 overgemaakt aan de curator (mvg pag. 4, prod. 4 mvg).