ECLI:NL:GHSHE:2004:AS3080
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. Drijkoningen
- J. Den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huwelijkse voorwaarden en verrekening van vermogen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de vrouw tegen de vonnissen van de rechtbank te Breda, die betrekking hebben op de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na de echtscheiding van partijen. Partijen zijn op 25 november 1976 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd, maar hebben tijdens het huwelijk huwelijkse voorwaarden opgesteld, neergelegd in een notariële akte van 22 februari 1985. Deze huwelijkse voorwaarden bevatten een 'koude' uitsluiting van gemeenschap met een periodiek verrekenbeding. De vrouw heeft op 26 september 1994 echtscheiding aangevraagd, welke op 2 maart 1995 is uitgesproken en op 31 mei 1995 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
In het hoger beroep heeft de vrouw grieven aangevoerd tegen de eerdere vonnissen, waarin onder andere werd geoordeeld dat zij een bedrag van f. 42.000,- aan de man moest betalen. De vrouw vordert in hoger beroep onder andere de veroordeling van de man tot betaling van een bedrag van € 64.406,90. De zaak draait om de verrekening van aflossingen op de hypotheek van de echtelijke woning, die de man in eigendom had. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de vrouw recht had op de helft van het door de man afgeloste bedrag van f. 37.000,-, maar de vrouw stelt dat zij recht heeft op een groter bedrag.
Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van de vrouw, zodat zij zich kan uitlaten over de verweren van de man. Het hof heeft ook opgemerkt dat de vrouw met haar grief niet in een slechtere positie kan komen, wat betekent dat zij haar aanspraak op het eerder toegewezen bedrag behoudt, zelfs als haar vermeerderde eis wordt afgewezen. De uitspraak van het hof is gedaan op 6 april 2004.