ECLI:NL:GHSHE:2004:AS4627
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- De Kok
- Huijbers-Koopman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over bruikleenovereenkomst en boetebeding in exploitatie van kermisattractie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Cobra Beheer B.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. Cobra, als appellante, vordert betaling van een boete van F 1.000,- per dag van de geïntimeerde, een kermisexploitant, wegens het niet retourneren van de kermisattractie 'Lucky Cranes' na het seizoen 1998. Cobra stelt dat er een bruikleenovereenkomst is gesloten op 17 juli 1998, waarin is afgesproken dat de attractie in goede staat moest worden teruggegeven. De geïntimeerde betwist echter de authenticiteit van zijn handtekening op deze overeenkomst en stelt dat hij deze nooit heeft ondertekend. De rechtbank heeft de boetevordering afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat de overeenkomst daadwerkelijk is ondertekend door de geïntimeerde.
De zaak bevat verder details over de aankoop en exploitatie van de kermisattracties door beide partijen, alsook over de getuigenverklaringen die zijn afgelegd in het kader van de bewijsvoering. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, omdat er onvoldoende bewijs was dat de geïntimeerde de bruikleenovereenkomst had ondertekend. Het hof oordeelt dat de getuigenverklaringen van de geïntimeerde en zijn getuigen geloofwaardig zijn en dat de bewijslevering door Cobra niet overtuigend was. Cobra wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral wanneer het gaat om de authenticiteit van handtekeningen en de geldigheid van overeenkomsten. De zaak illustreert ook de complexiteit van contractuele afspraken in de context van de exploitatie van kermisattracties.