ECLI:NL:GHSHE:2004:AS7538

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.002598.04
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. De Lange
  • Mrs. Harmsen
  • Mr. Van de Loo
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake jeugddetentie en gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 februari 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1985, was eerder veroordeeld voor diefstal en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De politierechter had hem een werkstraf opgelegd, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal beoordeeld, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een gevangenisstraf van vier weken, alsook de tenuitvoerlegging van jeugddetentie die eerder was opgelegd.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten tijdens de proeftijd van zijn eerdere veroordelingen. Het hof oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die in de weg staan aan de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie. De strafoplegging is gebaseerd op de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft besloten om de jeugddetentie niet om te zetten in een gevangenisstraf, omdat het hof niet de rechter is die deze jeugddetentie heeft opgelegd.

Uiteindelijk heeft het hof de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie gelast voor een periode van respectievelijk 1 en 2 weken, zoals eerder opgelegd door de kinderrechter. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd, maar bevestigde dit voor het overige. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter Mr. De Lange en de raadsheren Mrs. Harmsen en Mr. Van de Loo betrokken waren, met Mr. Van Ham als griffier.

Uitspraak

parketnummer : 20.002598.04
datum uitspraak: 15 februari 2005
tegenspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
A R R E S T
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 maart 2004 in de strafzaak onder parketnummers 01/046168/04, 01/048319-03, 01/053036-02 (tul) en 01/044290-02 (tul) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres].
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het beroepen vonnis zal worden vernietigd en dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken en voorts de tenuitvoerlegging zal gelasten van 1 week, respectievelijk 2 weken, jeugddetentie, aan verdachte opgelegd bij vonnissen van de kinderrechter van 13 mei 2003 onder parketnummer 01/044290-02 en van 12 november 2002 onder parketnummer 01/53036-02, en deze vervolgens zal omzetten in gevangenisstraf.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de opgelegde straf, de strafmotivering en de beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en met dien verstande dat de toegepaste wetsartikelen worden aangevuld met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
De tenlastelegging en de bewezenverklaring
Nu ten aanzien van de tenlastelegging en de bewezenverklaring niet opnieuw recht wordt gedaan, kan worden volstaan met de omschrijving zoals in het beroepen vonnis vervat.
De redengeving van de op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
- de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Voorts acht het hof een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming noodzakelijk vanwege de preventieve werking die de op te leggen gevangenisstraf beoogt te hebben op verdachte, waardoor wordt voorkomen dat verdachte doorgaat met het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten.
De vorderingen tot tenuitvoerlegging
Het hoger beroep heeft mede betrekking op de beslissing welke de eerste rechter heeft genomen op twee vorderingen van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging alsnog van 1 week jeugddetentie respectievelijk 2 weken jeugddetentie, aan de verdachte opgelegd bij onherroepelijk geworden vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 12 november 2002 onder parketnummer 01/053036-02 respectievelijk bij onherroepelijk geworden vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 13 mei 2003 onder parketnummer 01/044290-02. De vorderingen voldoen aan de bij de wet gestelde eisen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerleggingen in de weg zouden staan zijn niet aanwezig. Het hof zal dan ook de gevorderde tenuitvoerleggingen gelasten. Mede gelet op hetgeen uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, als ook gelet op de hiervoor gegeven strafmotivering in deze strafzaak, zal het hof, anders dan de politierechter, niet gelasten dat de gevorderde tenuitvoerleggingen worden omgezet in werkstraffen.
Het hof zal evenmin gelasten dat de jeugddetentie wordt omgezet in een gevangenisstraf, zoals door de advocaat-generaal gevorderd, nu het hof niet de rechter is die de (voorwaardelijke) jeugddetentie (destijds) heeft opgelegd en haar aldus de bevoegdheid daartoe ontbreekt.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging is gegrond op de artikelen:
14g, 14h, 14i, 14j, 57, 63, 77dd, 77ee, 285 en 310 van het Wetboek van Strafrecht
B E S L I S S I N G :
Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis, doch alleen voor zover dit betreft de aan de verdachte opgelegde straf en de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van
2 (twee) weken.
Gelast de tenuitvoerlegging alsnog van de bij vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 12 november 2002, in de zaak met parketnummer 01/053036-02 aan de veroordeelde opgelegde doch voorwaardelijk niet tenuitvoergelegde straf, te weten jeugddetentie voor de tijd van 1 (een) week.
Gelast de tenuitvoerlegging alsnog van de bij vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 13 mei 2003, in de zaak met parketnummer 01/044290-02 aan de veroordeelde opgelegde doch voorwaardelijk niet tenuitvoergelegde straf, te weten jeugddetentie voor de tijd van 2 (twee) weken.
Bevestigt het beroepen vonnis voor al het overige.
Dit arrest is gewezen door Mr. De Lange, als voorzitter
Mrs. Harmsen en Van de Loo, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Van Ham, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 februari 2005.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 03
tijd : 10.10
verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres],
Is bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 10 maart 2004 ter zake van:
T.a.v. 01/046168/04: "Diefstal"
T.a.v. 01/048319/03: "Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht";
veroordeeld tot:
T.a.v. 01/046168/04 en 02/048319/03: werkstraf 30 u subs 15 dgn hecht. , gev.str. 2 wkn VV prft 2 jr bijz vw.
TUL 01/044290/02: werkstraf 28 u subs 14 dgn hecht
TUL 01/053036/02: werkstraf 14 u subs 7 dgn hecht