ECLI:NL:GHSHE:2004:AT5395

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C0300904-MA
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Schaik-Veltman
  • F. Fikkers
  • A. Keizer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kredietovereenkomst en dwaling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de rechtbank te Maastricht, waarin de vordering van de geïntimeerde, Vola Geldleningen B.V., werd toegewezen. Appellanten, die een kredietovereenkomst hadden afgesloten met Vola via de Spaar- en Kredietcentrale, stellen dat zij door onjuiste informatie over de kredietvoorwaarden en de fiscale aftrekbaarheid van de rente zijn misleid. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellanten niet konden bewijzen dat Vola hen een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven, en dat de kredietovereenkomst niet vernietigd kon worden op basis van dwaling.

Tijdens het hoger beroep heeft het hof de argumenten van appellanten opnieuw beoordeeld. Appellanten voerden aan dat de brochure van de Spaar- en Kredietcentrale hen een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven over de terug te betalen bedragen en de rente. Het hof oordeelde echter dat de appellanten niet konden aantonen dat de informatie die zij hadden ontvangen van Vola onjuist was. Het hof bevestigde dat de kredietvergoeding duidelijk in de overeenkomst was vermeld en dat appellanten niet konden bewijzen dat zij door Vola waren misleid.

Het hof concludeerde dat de grief van appellanten faalde en dat het vonnis van de rechtbank bekrachtigd moest worden. Appellanten werden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak werd gedaan op 14 december 2004.

Uitspraak

typ. MBR
rolnr. C0300904/MA
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,
tweede kamer, van 14 december 2004,
gewezen in de zaak van:
1. [APPELANT SUB 1],
2. [APPELANTE SUB 2],
beide wonende te [woonplaats],
appellanten,
procureur: mr. Ph.C.M. van der Ven,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VOLA GELDLENINGEN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
procureur: mr. H. Post,
op het bij dagvaarding van 10 juli 2003 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank te Maastricht op 16 april 2003 onder zaaknummer 75272/HA ZA 02-515 uitgesproken vonnis tussen geïntimeerde - Vola - als eiseres en appellanten - [appellanten] - als gedaagden.
1. Het geding in eerste aanleg
Hiervoor wordt verwezen naar het vonnis waarvan beroep.
2. Het geding in hoger beroep
[appellanten] is van dit vonnis tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft bij memorie van grieven, onder overlegging van twee producties, één grief aangevoerd en geconcludeerd tot hetgeen aan het slot van die memorie staat omschreven.
Vola heeft bij memorie van antwoord de grieven bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis.
De partijen hebben vervolgens hun standpunten bij pleidooi nader door hun raadslieden, voor [appellanten] mr. Silvertand en voor Vola mr. Van Norren, doen toelichten. De raadsman van [appellanten] heeft dit gedaan aan de hand van een ten processe overgelegde pleitnota.
Na afloop van de pleidooien hebben de partijen de procesdossiers voor uitspraak overgelegd.
3. De gronden van het hoger beroep
Voor de precieze inhoud van de grief verwijst het hof naar de memorie van grieven.
4. De beoordeling
4.1.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.
- De Spaar- en Kredietcentrale heeft een brochure uitgegeven waarin zij aanbiedt: een nieuw en uniek produkt: de Fiscaal-Voordeel-Lening;
- In de brochure wordt onder meer uiteengezet: "Door de fiscale strategie betaalt u slechts een fractie terug van wat u leent. .....Het is een veilige en goed doordachte manier van lenen. Met de Fiscaal-Voordeel-Lening van de Spaar- en Kredietcentrale kunt u namelijk lenen en 'beleggen' met elkaar combineren. U betaalt rente en lost uw lening namelijk af met een aandelen-lease-plan";
- In de brochure wordt ten aanzien van de werking van de Fiscaal-Voordeel-Lening voorts uitgelegd: "Wat u terug moet betalen bestaat uit 2 onderdelen, te weten: rente en aflossing. Rente kunt u aftrekken van de belasting, zodat u over een minder hoog bedrag belasting gaat betalen. Daarnaast betaalt u uw aflossing met een aandelen-lease-plan, waardoor u nog meer kunt genieten van het belastingvoordeel. De rente van het aandelen-lease-plan is namelijk aftrekbaar. Ook profiteert u direct van koerswinsten";
- In de brochure worden verder rekenvoorbeelden gegeven, waarin het effect van het belastingvoordeel op de maandelijkse rentebetalingen wordt aangegeven en wordt uitgegaan van dividend-uitbetalingen van de aandelen uit het aandelen-leaseplan. Aan de voet van de diverse berekeningen wordt opgemerkt: "Aflossing geschiedt middels een effectenprodukt van DSB Voorschotbank en Stichting Ant-Trust, beide geregistreerd bij de STE te Amsterdam. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst". In de brochure wordt verder vermeld dat het over leningen te betalen rentepercentage (vanaf) 5,8% bedraagt;
- Aan het slot van de brochure worden geïnteresseerden voor een offerte of een aanvrage verwezen naar de Spaar- en Kredietcentrale;
- [appellanten] is op het aanbod van de Spaar- en Kredietcentrale ingegaan, waarna de Spaar- en Kredietcentrale als gevolmachtigde van Vola een zogenaamde Ruimterekening aan [appellanten] heeft verstrekt voor een krediet in rekening-courant van maximaal f 38.208,=. In de schriftelijke overeenkomst d.d. 26-08-99 betreffende dit krediet is vermeld dat 'cliënt' ([appellanten]) over bedragen die verschuldigd zijn uit hoofde van de kredietovereenkomst een variabele kredietvergoeding betaalt die ten tijde van het aangaan van de overeenkomst 8,7% bedraagt. Het krediet is direct voor het maximum opgenomen. Een gedeelte ten bedrage van
f 3.208,= is rechtstreeks overgemaakt aan Cardif als koopsom voor een door [appellanten] afgesloten overlijdensrisico- en arbeidsongeschiktheidsverzekering.
- Na enkele aanschrijvingen van Vola aan [appellanten] wegens betalingsachterstand in de betaling van de maandelijkse kredietvergoedingen, heeft de toenmalige raadsman van [appellanten] bij brief d.d. 16 juli 2001 (productie 6 bij conclusie van antwoord) zich namens [appellanten] jegens Vola beklaagd over een door de Spaar- en Kredietcentrale bij het aangaan van de kredietovereenkomst gegeven onjuiste voorstelling van zaken, daarin bestaande dat a. de variabele kredietvergoeding van op dat moment 11,1% op jaarbasis niet in overeenstemming was met de in de brochure van de Spaar- en kredietcentrale voorgespiegelde 5,8% per jaar, en b. ten gevolge het nieuwe belastingstelsel de rente, anders dan in voormelde brochure voorgespiegeld, niet meer aftrekbaar was. Bij brief d.d.
2 augustus 2001 deelt voormelde raadsman namens [appellanten] aan Vola mee dat de kredietovereenkomst tussen partijen op grond van de onjuiste voorstelling van zaken bij het aangaan van de overeenkomst is vernietigd.
4.1.2. Vola heeft de buitengerechtelijke vernietiging van de overeenkomst door de toenmalige raadsman van [appellanten] niet erkend. Zij heeft de lening wegens het ondanks ingebrekestelling door [appellanten] onbetaald gelaten hebben van meer dan twee kredietvergoedingstermijnen op grond van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden in haar geheel opgeëist en heeft in de onderhavige procedure van [appellanten] betaling gevorderd van het saldo van die lening, op 24 mei 2002 (de datum van de inleidende dagvaarding) in eerste aanleg groot E 20.717,53, te vermeerderen met de overeengekomen rentevergoeding.
4.1.3. [appellanten] heeft die vordering bestreden op grond van zijn stelling dat de overeenkomst tussen Vola en hem door hem is vernietigd op grond van dwaling bij het aangaan van die overeenkomst. De rechtbank heeft bij het beroepen vonnis van 16 april 2003 dit beroep op dwaling verworpen en de vordering van Vola toegewezen. De rechtbank heeft in dit verband overwogen dat, voor zover bij [appellanten] een verkeerde voorstelling van zaken teweeg is gebracht, dit is geschied in de relatie tussen [appellanten] en de Spaar- en Kredietcentrale en dat dit Vola niet kan worden tegengeworpen.
4.1.4. De door [appellanten] aangevoerde grief richt zich tegen dat oordeel.
4.2.1. In hoger beroep maakt [appellanten] in het bijzonder bezwaar tegen het oordeel van de rechtbank dat de door Vola verstrekte geldlening los zou dienen te worden gezien van het complex van overeenkomsten dat hij op advies van de Spaar- en Kredietcentrale is aangegaan. Voorts beroept [appellanten] zich in hoger beroep niet zozeer meer in het bijzonder op de verkeerde voorstelling van zaken ten aanzien van de hoogte van de verschuldigde rente en de fiscale aftrekbaar van de renteverplichtingen die hij in juli/augustus 2001 aan het bij monde van zijn toenmalige raadsman gedaan beroep op vernietiging van de overeenkomst wegens een onjuiste voorstelling van zaken heeft gedaan als wel op het feit dat hij op grond van de brochure van de Spaar- en Kredietcentrale van de onjuiste veronderstelling is uitgegaan dat hij van het van Vola geleende bedrag slechts een fractie zou hoeven terug te betalen en dat, gezien de in de brochure gegeven rekenvoorbeelden, een bedrag van E 17.338,03 in 60 maandelijkse termijnen van E 56,87 zou kunnen terugbetaald.
4.2.2. Het hof stelt voorop dat [appellanten] tegenover het door hem niet betwiste standpunt van Vola dat in de schriftelijke overeenkomst de verschuldigde kredietvergoeding duidelijk is vermeld (een variabele kredietvergoeding die op dat moment neerkwam op 8,7% per jaar) geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die zijn standpunt, dat hem door of vanwege Vola over deze vergoeding een onjuiste voorstelling van zaken zou zijn gegeven, kunnen ondersteunen. Het beroep op dwaling op deze grond is dan ook ongegrond.
4.2.3. Het hof verwerpt voorts het standpunt van [appellanten] dat het handelen van de Spaar- en Kredietcentrale als financieel adviseur c.q. aanbieder van financiële adviezen op een lijn zou moeten worden gesteld met het optreden van de Spaar- en Kredietcentrale als gevolmachtigde van Vola voor het afsluiten van een lening of kredietovereenkomst met diegenen die de door Spaar- en Kredietcentrale geadviseerde constructie wensen aan te gaan. Voor zover [appellanten] de Spaar- en Kredietcentrale verwijt onjuiste informatie over de fiscale aftrekbaarheid van de op een lening te betalen rente heeft gegeven, kan het beroep op dwaling derhalve evenmin slagen.
4.2.4. Datzelfde geldt voor de in hogere beroep uitgebreide grondslag voor het beroep op dwaling. Het feit dat de Spaar- en Kredietcentrale een onjuiste of onzorgvuldige advisering en/of een onjuiste voorstelling van zaken bij die advisering zou kunnen worden verweten, brengt niet mee dat de Spaar- en Kredietcentrale als gevolmachtigde van Vola een onjuiste voorstelling van zaken over de door haar namens Vola met [appellanten] gesloten kredietovereenkomst heeft gegeven. Dit geldt temeer nu de brochure niet specifiek betrekking heeft op een bij Vola af te sluiten ruimterekening noch daarin ten aanzien van de af te sluiten lening zelf enige - laat staan aan Vola toe te rekenen - verwachting wordt gewekt dat deze lening niet zou hoeven worden afgelost of daarover geen rente (vanaf 5,8%) verschuldigd zou zijn.
4.2.5. Hetgeen [appellanten] naar voren heeft gebracht behelst, naar door de rechtbank terecht is overwogen, geen onjuiste voorstelling van zaken over de bij Vola afgesloten lening en de daaruit voor hem voortvloeiende verplichtingen maar het verwijt dat de door de Spaar- en Kredietcentrale - in eigen naam en niet namens Vola - geadviseerde constructie, waardoor de aan de lening verbonden lasten voor een belangrijk deel uit het rendement van geleasde aandelen en door fiscale voordelen zouden worden voldaan, niet heeft opgeleverd wat hij daarvan op grond van de door de Spaar- en Kredietcentrale - in eigen naam en niet als gevolmachtigde van Vola - gegeven voorstelling van zaken verwachtte. Naar [appellanten] zelf ook stelt (zie conclusie van dupliek p. 2 bovenaan) verwijt hij Vola in feite dat zij profiteert van het door hem gewraakte financiële advies van de Spaar- en Kredietcentrale en/of de door hem ingevolge dat advies met Banque Labouchere overeengekomen aandelenlease. In de onderhavige procedure gaat het echter niet om de vraag of Vola al dan niet enig onrechtmatig handelen jegens [appellanten] (bestaande in het profiteren van een tekortkoming of onrechtmatige daad van een ander jegens [appellanten]) kan worden verweten maar om het beroep van [appellanten] op vernietiging van de ruimterekening op grond van dwaling als verweer tegen de vordering van Vola op grond van die rekening.
4.2.6. Het hof verwerpt ten slotte eveneens het standpunt van [appellanten] dat de overeenkomst met Vola samen met de overeenkomst van aandelenlease met Banque Labouchere en de verzekeringsovereenkomst met Cardif als (naar het hof als de gedachtengang van [appellanten] begrijpt: een door de Spaar- en Kredietcentrale namens voormelde drie partijen aangeboden) totaalpakket moet worden gezien en om die reden de door de brochure gewekte onjuiste voorstelling van zaken ook ten aanzien van de bij Vola afgesloten lening een beroep op dwaling zou rechtvaardigen. Nog afgezien van hetgeen in r.o. 4.2.3 over het al dan niet handelen van de Spaar- en Kredietcentrale als gevolmachtigde van Vola is overwogen, brengen noch het feit dat er voor [appellanten] een samenhang bestond tussen zijn overeenkomst met Vola en die met Banque Labouchere en Cardif noch een eventuele verpanding aan Vola van de rechten van [appellanten] uit diens overeenkomst met Cardif en/of diens overeenkomst met Banque Labouchere tot zekerheid van haar aanspraken jegens [appellanten] uit de kredietovereenkomst tot maximaal het bedrag van haar vordering op [appellanten] mee dat er sprake zou zijn geweest van één overeenkomst. Overigens heeft [appellanten] er tot op heden geen blijk van gegeven dat hij het hiervoor verworpen standpunt daadwerkelijk is toegedaan. Met dat standpunt strookt in elk geval niet dat hij zich, naar hij bij het pleidooi in hoger beroep desgevraagd heeft verklaard, (vooralsnog) alleen jegens Vola de nietigheid van (alleen) de overeenkomst tussen Vola en hem heeft ingeroepen. Voorts spreekt [appellanten] zelf over de te onderscheiden overeenkomsten en maatschappijen waarmee hij die overeenkomsten heeft gesloten en maakt hij in het bijzonder zelf ook onderscheid tussen het verstrekken van krediet door de geldleningsmaatschappijen enerzijds en het verstrekken van aandelenleaseplannen door 'voornamelijk Banque Labouchere' anderzijds (zie b.v. conclusie van antwoord p.2).
4.3. Hetgeen hiervoor is overwogen betekent dat de tegen het beroepen vonnis aangevoerde grief faalt en dat ook hetgeen door [appellanten] in hoger beroep ter aanvulling van zijn standpunt is aangevoerd niet tot een ander oordeel leidt. Het vonnis van de rechtbank zal worden bekrachtigd. [appellanten] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het hoger beroep worden verwezen.
5. De beslissing
Het hof:
bekrachtigt het beroepen vonnis van 16 april 2003;
veroordeelt [appellanten] in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot de dag van deze uitspraak aan de zijde van Vola worden begroot op E 540,= aan verschotten en op E 3.474,= aan salaris procureur;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Schaik-Veltman, Fikkers en Keizer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 14 december 2004.