parketnummer : 20.002567.04 O.W.V.
datum uitspraak: 1 februari 2005
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
op het hoger beroep, ingesteld tegen de uitspraak ex art. 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van de rechtbank te Maastricht van 9 april 2004 onder parketnummer 03/008198-03, tegen:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1973,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans UAH gedetineerd in het Huis van Bewaring "Maashegge" te Overloon.
hierna te noemen: veroordeelde.
De veroordeelde heeft tijdig tegen genoemde uitspraak hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de veroordeelde naar voren is gebracht.
De beslissing waarvan beroep
De beroepen beslissing zal worden vernietigd omdat het hof zich daarmee niet kan verenigen.
Veroordeelde is bij vonnis van de Rechtbank Maastricht d.d. 9 april 2004 veroordeeld ter zake:
t.a.v. parketnummer 03/008198-03:
1.primair
hij op 25 april 2003 te gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, 14.866 XTC pillen, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, immers heeft [veroordeelde] toen aldaar een autowiel, waarin die hoeveelheid XTC-pillen, bevattende MDMA was verpakt en verborgen verstrekt en/of overhandigd aan [veroordeelde]s mededader, terwijl [veroordeelde] wist dat die hoeveelheid XTC-pillen, bevattende MDMA naar Tsjechi‰, in elk geval buiten het grondgebied van Nederland zou worden gebracht en/of vervoerd;
2. primair
hij op 25 april 2003 te gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, 487,9 gram hennep, zijnde hennep een middel in de bij de Opiumwet behorende lijst II, immers heeft [veroordeelde] toen aldaar een autowiel, waarin die hoeveelheid hennep was verpakt en verborgen verstrekt en/of overhandigd aan [veroordeelde]s mededader, terwijl [veroordeelde] wist dat die hoeveelheid hennep naar Tsjechi‰, in elk geval buiten het grondgebied van Nederland zou worden gebracht en/of vervoerd;
t.a.v. parketnummer 03/005726-03:
1. primair
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 april 2002 tot 25 april 2003 te gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid XTC pillen, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, immers heeft [veroordeelde] toen aldaar telkens een autowiel, waarin die hoeveelheid XTC-pillen, bevattende MDMA was verpakt en/of verborgen en/of telkens die hoeveelheid XTC-pillen, bevattende XTC-pillen, bevattende MDMA, verstrekt en/of overhandigd aan [veroordeelde]s mededader, terwijl [veroordeelde] wist dat die hoeveelheid XTC-pillen, bevattende MDMA, naar Tsjechi‰, in elk geval buiten het grondgebied van Nederland zou worden gebracht en/of vervoerd;
2. primair
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 april 2002 tot 25 april 2003 te gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, immers heeft [veroordeelde] toen aldaar telkens een autowiel, waarin die hoeveelheid hennep was verpakt en/of verborgen verstrekt en/of overhandigd aan [veroordeelde]s mededader, terwijl [veroordeelde] wist dat die hoeveelheid hennep naar Tsjechi‰, in elk geval buiten het grondgebied van Nederland zou worden gebracht en/of vervoerd.
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of, en zoja in hoeverre, veroordeelde wederrechtelijk voordeel - waaronder begrepen besparing van kosten - heeft verkregen door middel van of uit de baten van het bewezen verklaarde, van soortgelijke feiten of van andere feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door [veroordeelde]/veroordeelde zijn begaan en waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd.
DE DOOR HET HOF GEBRUIKTE BEWIJSMIDDELEN:
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen staan vermeld in de aanvulling als bedoeld in de artikelen 365a en 365b van het Wetboek van Strafvordering; deze aanvulling is aan dit arrest gehecht.
De redengeving van de op te leggen maatregel
De strekking van de maatregel van ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel is, blijkens de wetsgeschiedenis, te bewerkstelligen dat datgene dat de veroordeelde aan door een strafbaar feit verkregen profijt heeft verworven, weer aan hem wordt ontnomen.
Het hof ontleent aan de inhoud van voormelde bewijsmiddelen het oordeel, dat de veroordeelde door middel van het begaan van voormelde feiten en van soortgelijke feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door veroordeelde zijn begaan,
een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad en dat dit voordeel moet worden geschat op netto Eur 18.000,--. Het hof gaat bij de berekening van voormeld bedrag uit van het volgende.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft veroordeelde verklaard dat hij ongeveer 90.000 XTC-pillen heeft verkocht en dat de verkoopprijs van de verkochte pillen € 0,80 bedroeg. Uit de berekening die door de Unit Synthetische Drugs is opgemaakt blijkt voorts dat een pil met een goede kwaliteit een inkoopprijs heeft tussen de € 0,68 en
€ 0,72.
Het hof gaat bij vaststelling van de inkoopprijs in beginsel uit van een gemiddelde van deze twee bedragen, waardoor de inkoopprijs
€ 0,70 voor een pil van goede kwaliteit bedraagt, in die zin dat er voldoende werkzame stof in zit. Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat de kwaliteit van de door veroordeelde verkochte pillen niet goed was. Er is gebleken dat het gehalte werkzame stof in de XTC-tabletten die in beslag zijn genomen ongeveer een derde was van een gemiddelde hoeveelheid aan werkzame stof dat doorgaans in XTC-tabletten zit.
Dit in aanmerking nemende en derhalve rekening houdende met lagere productiekosten zoals ook uit de voornoemde berekening van de Unit Synthetische Drugs blijkt, begroot het hof - gesteund door de verklaring van de veroordeelde ter terechtzitting in hoger beroep hierover - de inkoopprijs op € 0,60 (€ 0,70 minus lagere productiekosten geraamd op ongeveer € 0,10 (€ 0,18 - € 0,066 =
€ 0,114)). De netto winstmarge voor de verkoop van pillen bedraagt derhalve € 0,20 per pil. Het hof schat derhalve de opbrengst van de verkoop van pillen op een bedrag van € 18.000,--.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt de uitspraak waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op Eur 18.000,--.
Legt aan [veroordeelde] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van Eur. 18.000,-- (achttien duizend euro).
Dit arrest is gewezen door Mr. Van de Loo, als voorzitter
Mrs. Harmsen en De Lange, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Van Ham, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 februari 2005.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1973,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans UAH gedetineerd in het Huis van Bewaring "Maashegge" te Overloon
Is bij vonnis van de rechtbank te Maastricht van 9 april 2004 ter zake van:
art. 36e W.v.Str.
veroordeeld tot:
betaling aan de Staat van een bedrag van € 66.060,--
HET GERECHTSHOF 'S-HERTOGENBOSCH
AANVULLING BEWIJSMIDDELEN
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1973,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans UAH gedetineerd in het Huis van Bewaring "Maashegge" te Overloon.
Aangevuld door het gerechtshof op ..........
en ondertekend op die datum door mr.................
1.
De verklaring van [veroordeelde], afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 januari 2005, onder meer - zakelijk weergegeven - inhoudende als volgt:
Het klopt dat ik ongeveer 90.000 XTC-pillen heb verkocht. Ik heb de XTC-pillen ingekocht en daarna heb ik ze weer verkocht. Het klopt dat de verkoopprijs ongeveer € 0,80 bedroeg. De inkoopprijs per pil voor mij was € 0,60 … € 0,70.
Ik heb allerlei soorten XTC-pillen ingekocht, dat verschilde per dag. Ik betaalde altijd de goedkoopste prijs.
2.
een proces-verbaal van bevindingen van de Politie Kernteam Zuid Nederland, Landelijke Unit Synthetische Drugs (dossierpagina's 473 - 478), relaterende over de prijzen en productie XTC, op 21 augustus 2003 op ambtseed opgemaakt door [verbalisant 1], ambtenaar van de Belastingdienst/F.I.O.D., tevens buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij de Politie Kernteam Zuid Nederland, Landelijke Unit Synthetische Drugs te Helmond, onder meer - zakelijk weergegeven - inhoudende als volgt:
als relaas van verbalisant voornoemd:
Werkzame stof: MDMA en de kosten van vervaardiging hiervan
Door het N.F.I. is in 1997 en 1998 middels onderzoek naar respectievelijk 94 en 176 tabletten waarin MDMA werd aangetroffen, vastgesteld, dat de gemiddelde hoeveelheid MDMA-base (=poeder) in de tabletten bedroeg: 79 milligram. De laagst gemeten waarde in 1998 was 26 milligram terwijl de hoogst gemeten waarde in 1998 128 milligram was. Voor het jaar 1999 is door het N.F.I. op basis van onderzoek naar 176 tabletten waarin MDMA was verwerkt, vastgesteld, dat gemiddeld een hoeveelheid van 74 milligram MDMA-base (=poeder) in de tabletten was verwerkt, terwijl voor de jaren 2000 en 2001 een verwerkte hoeveelheid van 72 milligram MDMA-base (=poeder) in de tabletten werd vastgesteld. Voor het jaar 2002 werd een hoeveelheid van gemiddeld 76 milligram werkzame stof MDMA in de onderzochte inbeslaggenomen XTC tabletten, aangetroffen.
Uitgaande van het gegeven dat de MDMA (XTC) tabletten worden vervaardigd vanuit de aangekochte PMK is derhalve - op basis van de kosten van de precursor PMK - sprake van een kostprijs van:
laagste prijs: € 0,07 per tablet
In woelige tijden: € 0,18 per tablet.
De kostprijs van een vervaardigde XTC tablet -gebaseerd op het aangekochte MDMA poeder - is tenminste:
€ 0,68 dan wel € 0,72.
Bijzonderheden uit het onderzoek
Uit het onderzoek is gebleken dat door [veroordeelde] aan of met hulp van de Tsjechische [mededader] tenminste 9 keer een hoeveelheid XTC-tabletten is geleverd, waarvan de laatste partij van 15.000 XTC pillen gecontroleerd werd afgeleverd. In totaal is dan ook sprake van een partij van 90.000 XTC tabletten.
- 3 -
Uit een door [mededader] afgelegde verklaring blijkt dat de aankoopprijs van 1.000 XTC tabletten iets minder dan € 1.000 was. Uit een afgeluisterd telefoongesprek telefoongesprek van 21 november 2002 is gebleken dat sprake was van de aankoop van 4.000 XTC tabletten voor een bedrag van € 3.200, hetgeen neerkomt op een tabletprijs van € 0,80.
Afgaande op het totale aantal XTC tabletten dat tenminste daadwerkelijk is geleverd, in totaal de reeds genoemde 90.000 stuks, zou derhalve sprake kunnen zijn van een tussenhandelrpijs.
Er zou sprake geweest kunnen zijn van XTC tabletten met minder werkzame stof dan de gemiddelde hoeveelheid van 80 milligram, waardoor de kostprijs van de XTC tabletten zou kunnen zakken. Uit de deskundige verklaring van het Instituut voor Criminalistiek Onderzoek (hierna: KUP) te Praag, zijnde een evenknie van het Nederlands Forensisch Instituut, gedateerd 14 mei 2003 blijkt dat de inbeslaggenomen XTC tabletten met het logo Versace een gewicht van 299,3 milligram hadden doch slechts 27,8 milligram werkzame stof bevatten. Tevens blijkt uit deze verklaring dat reeds eerder XTC pillen met soortgelijke eigenschappen in het KUP werden gesignaleeerd en derhalve onderzocht.
Nu is vastgesteld dat zich in de betreffende XTC tabletten slechts een hoeveelheid van 27,8 milligram bevond terwijl de gemiddelde hoeveelheid werkzame stof in het jaar 2002 76 milligram was, kan gesteld worden dat voor een soortgelijke uitwerking op lichaam en geest een 3-tal van de aangetroffen XTC tabletten nodig zijn.
Op deze wijze rekenend zou de kostprijs van de XTC tabletten "af laboratorium" uitgaande van de kostprijs van de precursor PMK gereduceerd worden tot ongeveer tot ongeveer 1/3 deel, te weten:
€ 0,18 x (27,8:76) = € 0,066.