ECLI:NL:GHSHE:2005:AT9926
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Koster-Vaags
- Aarts
- Waaijers
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor arbeidsongeval op bouwplaats
In deze zaak staat de aansprakelijkheid van de werkgever centraal naar aanleiding van een arbeidsongeval dat plaatsvond op een bouwplaats. De werknemer, [geïntimeerde], was op 5 januari 1998 tijdens zijn werkzaamheden als tegelzetter/stucadoor betrokken bij een ongeval waarbij hij zijn enkel verzwikte. Dit gebeurde toen hij de nieuwbouwwoning verliet met een kuip vol specie, waarbij hij zich verstapte op een hoogteverschil van ongeveer 30 cm. De werknemer stelde de werkgever, [appellante], aansprakelijk op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek, en vorderde schadevergoeding. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever aansprakelijk was, omdat deze had moeten zorgen voor een veilige werkplek en het hoogteverschil had moeten opheffen.
In hoger beroep heeft het hof de grieven van [appellante] beoordeeld. Het hof oordeelde dat de werkgever niet aansprakelijk kon worden gehouden voor het ongeval. Het hof stelde vast dat het hoogteverschil een normaal risico was op een bouwplaats en dat de werknemer, als ervaren vakman, in redelijkheid bedacht had moeten zijn op dergelijke omstandigheden. Het hof concludeerde dat de werkgever niet verplicht was om specifieke voorzorgsmaatregelen te treffen, aangezien het ongeval zich voordeed in een situatie die inherent was aan de werkzaamheden op de bouwplaats. De vorderingen van [geïntimeerde] werden afgewezen en het vonnis van de kantonrechter werd vernietigd.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers in het kader van arbeidsongevallen en de toepassing van de zorgplicht in de praktijk. Het hof bevestigde dat de werkgever niet aansprakelijk is voor ongevallen die zich voordoen onder omstandigheden die als normaal worden beschouwd in de specifieke werkomgeving.