ECLI:NL:GHSHE:2005:AU0375
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- M. Gelderman
- A. van Nierop
- J. de Bruijne
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bevel gevangenhouding en veroordeling in hoofdzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 juli 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een bevel tot gevangenhouding van de verdachte, die eerder door de politierechter te Breda was veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen zowel de veroordeling in de hoofdzaak als tegen het bevel tot gevangenhouding. Het openbaar ministerie stelde dat de raadkamer van het hof niet bevoegd was om het hoger beroep tegen het bevel gevangenhouding te behandelen, omdat dit als een tussenbeslissing moet worden beschouwd volgens artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel is bedoeld om te voorkomen dat het onderzoek in de hoofdzaak wordt vertraagd door tussentijdse hoger beroepen.
Het hof heeft de wetsgeschiedenis van de wijziging van de artikelen 71 en 406 van het Wetboek van Strafvordering in overweging genomen. Het hof concludeert dat er een kennelijke misslag is in het tweede lid van artikel 406, omdat het bevel tot gevangenhouding niet expliciet is vermeld. Het hof leest in dat artikel dat het ook geldt voor hoger beroep tegen een ter zitting gegeven bevel gevangenhouding. Het hof heeft het hoger beroep afgewezen en de beslissing van de rechtbank bevestigd, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig.
De zaak benadrukt de noodzaak van duidelijke wetgeving omtrent de behandeling van hoger beroepen tegen voorlopige hechtenis en de rol van de raadkamer in dit proces. Het hof heeft de belangen van de verdachte afgewogen tegen de belangen die de voorlopige hechtenis beoogt te dienen, en heeft besloten dat de laatste prevaleren. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken waar voorlopige hechtenis aan de orde is.