ECLI:NL:GHSHE:2005:AU1276
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Groot-Van Dijken
- B. Bod
- D. de Kok
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van een vordering tot betaling door een gemeente voor werkzaamheden in de openbare werken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een besloten vennootschap, hierna te noemen [appellant], tegen de gemeente Oosterhout. [Appellant] heeft in de periode van 1987 tot en met 1995 werkzaamheden verricht in de sector openbare werken voor de gemeente. Een aanzienlijk deel van deze werkzaamheden is gefactureerd en door de gemeente betaald. Echter, een bedrag van ƒ 197.389,43 is volgens [appellant] niet door de gemeente betaald, ondanks facturering en aanmaning. Dit heeft geleid tot een rechtszaak waarbij [appellant] de gemeente heeft aangeklaagd.
De rechtbank heeft in eerste aanleg, bij vonnis van 23 april 2002, een comparitie bevolen en heeft op 3 september 2003 de vordering van [appellant] afgewezen. Tegen deze afwijzing heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. De gemeente heeft de vordering betwist en heeft aangevoerd dat [appellant] niet ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat zij de zaak niet tijdig ter rolle heeft ingeschreven.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van [appellant] beoordeeld en vastgesteld dat het exploot van 10 maart 2003, dat door [appellant] was uitgebracht, niet diende als herstel van een eerdere dagvaarding, maar als een zelfstandige dagvaarding. De termijn voor het instellen van hoger beroep was inmiddels verstreken, waardoor het hof heeft geoordeeld dat [appellant] niet ontvankelijk is in haar hoger beroep. Dit heeft geleid tot de veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op E 2.660,-- aan verschotten en E 2.632,-- aan salaris van de procureur.