ECLI:NL:GHSHE:2005:AU6755
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Feith
- A. Hendriks-Jansen
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Vernietiging koopovereenkomst door wederzijdse dwaling en gevolgen voor partijen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen twee particulieren betreffende de vernietiging van een koopovereenkomst. De appellant, [appellant], had een auto verkocht aan de geïntimeerde, [geïntimeerde], die later ontdekte dat de auto niet geschikt was voor gebruik in Duitsland, ondanks dat deze door de RDW was goedgekeurd. Het hof oordeelde dat er sprake was van wederzijdse dwaling, omdat beide partijen ten tijde van de overeenkomst uitgingen van de onjuiste veronderstelling dat de auto ook in Duitsland aan het verkeer mocht deelnemen. Dit leidde tot de conclusie dat de koopovereenkomst vernietigbaar was.
Het hof stelde vast dat de gevolgen van de dwaling niet voor rekening van [geïntimeerde] behoefden te blijven. De vernietiging van de overeenkomst werd gerechtvaardigd, en het hof oordeelde dat [geïntimeerde] recht had op terugbetaling van de koopprijs en vergoeding van gemaakte kosten, waaronder parkeerkosten en keuringskosten. De appellant werd veroordeeld tot betaling van deze bedragen, en het hof verklaarde dat de auto steeds eigendom van de appellant was gebleven, ondanks de eerdere ontbinding door de rechtbank.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen bij het sluiten van een overeenkomst en de gevolgen van dwaling in het civiele recht. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en herstelde de rechtsverhouding tussen partijen, waarbij de appellant in het ongelijk werd gesteld en de kosten van de procedure diende te vergoeden.