8.2.1. De gemeente heeft de door [geïntimeerde] gestelde overlast gemotiveerd betwist.
8.2.2. Uit de getuigenverhoren is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de overlast van de verslaafden rond het [methadonverstrekker] pand gaandeweg toenam. Het hof wijst hierbij onder meer naast de verklaring van [geïntimeerde] zelf ("Ik ervoer het als een explosie van ellende (..) Het was een wild west gebeuren en het werd steeds erger") op de verklaringen van [echtgenote geïntimeerde] ("Er ontstond ook veel overlast in de wijk (..) De buurt had al wel eerder last, maar wij niet. Maar nu bleven ze steeds meer en langer hangen en ze kwamen ook binnen "), van [overbuurman] ("Het type klant veranderde, ze werden agressiever en er was meer geschreeuw op straat. (..) Wij zagen de overlast toenemen."), en in contra-enquête van [manager methadonverstrekker] ("U vraagt mij of de overlast toenam. Daar in zit een kern van waarheid. (..) [geïntimeerde] heeft de periode meegemaakt dat die groep groeide en de politie soms forse maatregelen moest nemen. Ik zeg altijd maar waar opvang is, is overlast. Dat kun je alleen maar beperken en proberen te voorkomen dat er ernstige overlast komt. Er waren inderdaad regelmatig klachtmeldingen en er waren overlastpieken met forse ingrepen.").
8.2.3. [geïntimeerde] heeft gesteld, hetgeen de gemeente heeft betwist, dat door deze (vaststaande) toenemende overlast rond het [methadonverstrekker] pand de toeloop van klanten afnam en het sportcentrum in de financiële problemen is geraakt. In het tussenarrest van 18 januari 2005 heeft hof reeds aangegeven (r.o. 4.5.3.) dat omtrent dit causale verband nog onvoldoende duidelijkheid bestaat. Als voorbeeld daarvan vermeldde het hof de meldingen bij de politie waarover geen nadere informatie was verschaft.
8.2.4. Omtrent die meldingen bij de politie heeft [geïntimeerde] geen nadere informatie meer verschaft.
8.2.5. Omtrent de terugloop van de klandizie hebben de getuigen als volgt verklaard.
[geïntimeerde]:
"Toen ik de zaak overnam van [voormalig eigenaar] waren er op papier 450 klanten. Bijna alle klanten hadden een kwartaalabonnement. Na drie maanden evalueerden wij het klantenbestand en toen bleek dat er minder waren. Ik weet niet hoeveel, maar op de koopsom van 150.000 gulden kregen wij 14.000 gulden terug. Wij hebben verbeteringen doorgevoerd (..) Het klantenbestand nam daardoor toe en wij hadden eind 1997 gemiddeld 450 tot 500 klanten. (..) Wij merkten eind 1997 begin 1998 dat de klanten wegbleven. In januari 1998 bleven zo'n 90 klanten weg. (..) wij (hadden) in oktober 1998 minder dan 300 klanten. Wij hebben 80 tot 90 klanten schriftelijk benaderd over hun opzegging, maar we kregen maar een paar reacties terug. Ook heb ik een aantal klanten gesproken. Zij zeiden dat ze niet meer wilden komen vanwege de dreigende sfeer. Ik denk ook dat het kwam doordat er veel publiciteit was gegeven aan de plannen van de gemeente (..)"
[echtgenote geïntimeerde]:
"Ik zorgde voor de financiële en de ledenadministratie (..). Ik weet niet meer hoeveel klanten we hadden bij de overname of in december 1998, maar het grootste gedeelte bleef na de overname en sommige klanten die waren weggegaan kwamen ook weer terug. Wij wierven zelf ook nieuwe klanten. Het normale verloop is 30% dat komt en gaat. Wij merkten in januari 1998 een grote daling van het aantal mensen dat kwam trainen. Wij begrepen het niet. Klanten gingen vragen stellen over [methadonverstrekker] en de dagopvang en wat daarvan waar was (..). Wij hebben het ledenverlies nader bekeken en aan de hand van de gedaalde omzet geschat dat er 90 mensen meer waren weggebleven. Daarna zullen er wel meer klanten zijn weggebleven maar dat heb je altijd bij een sportschool. Het ging vooral om dat verlies in januari. Wel was het zo dat het aantal nieuwe inschrijvingen niet meer op peil kwam (..) Maar de omzet bleef achter en wij maakten verlies. Er was een verschil met het jaar daarvoor, vooral door die klanten die je in een keer mist, dat blijft lang na ijlen. Wij hebben alle klanten die gestopt waren aangeschreven over de reden. Vier tot vijf reageerden maar, twee bleven weg vanwege [methadonverstrekker], die anderen hadden andere redenen.
U vraagt mij waar dat ledenverlies door veroorzaakt werd. Naar mijn mening kwam dat door de commotie die ontstaan is na de bekendmaking in de pers. Mensen van buiten die niet eerder wisten dat [methadonverstrekker] daar zat, kwamen er nu ook achter. Mensen werden angstig en er zijn genoeg sportscholen om uit te kiezen."
De schriftelijke verklaring van [lid 2 sportschool] vermeldt dat een sterke terugloop van de leden merkbaar was in de weken na de publicaties in de kranten over een komende dagopvang van [methadonverstrekker]. Voorts blijkt uit de diverse verklaringen (inclusief de schriftelijke verklaring van [sporttrainer]) dat er op de sportschool over de situatie rond [methadonverstrekker] werd gesproken en dat er een zeker gevoel van onveiligheid heerste.
8.2.6. Het hof leidt uit de verklaringen van de verschillende getuigen af, dat er inderdaad sprake was van onrust op de sportschool vanwege de voorgenomen dagopvang en vanwege de toename van het aantal verslaafden bij [methadonverstrekker].