7.13. König stelt terecht dat, als de koper nalatig is met in ontvangstneming, de verkoper alle in de omstandigheden redelijke maatregelen voor het behoud van de zaken moet treffen. Dat [appellant] dat niet gedaan heeft is door König wel gesteld maar vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt, en [appellant] heeft het ontkend.
Gelet op het feit dat het ging om bomen die - en zeker als ze goed verzorgd worden - blijven doorgroeien, terwijl deze bomen - zoals [appellant] heeft gesteld en König niet heeft bestreden - in dit geval op beperkte afstand van elkaar waren geplaatst omdat het de bedoeling was dat ze zouden worden verkocht voordat ze te groot waren geworden, was het onontkoombaar dat die bomen op gegeven moment "uit de markt groeiden" zoals [appellant] dat heeft genoemd. Uit de brief van König van 20 januari 1994 (productie 1 bij pleitnota van [appellant] van 25 mei 2004) blijkt dat König het [appellant] toen verbood de bomen "uit te graven en daardoor te ontwaarden"; ook voor König was het dus geen optie de bomen uit de grond te halen, zodat hij ook de consequentie moet aanvaarden dat die bomen daardoor bleven doorgroeien. Dat bomen op een gegeven moment te groot worden om ze nog te kunnen verplaatsen, en dat de kruinen ervan omdat de bomen (op goede gronden) op korte afstand van elkaar zijn geplaatst in elkaar gaan groeien, acht het hof voor de hand liggend en is door König onvoldoende weersproken. Die omstandigheden op zich kunnen dan niet tot een verwijt aan de kweker leiden dat hij de bomen - die de koper al (veel) eerder had moeten afnemen - slecht heeft verzorgd in de zin van artikel 85 WKV.
Dat de wijze van verzorging door [appellant] ertoe heeft geleid dat de bomen niet meer te verkopen waren vóórdat ze uit de markt waren gegroeid, dan wel ertoe heeft geleid dat van König niet meer kon worden verlangd dat zij deze bomen afnam, is door König nog geenszins aannemelijk gemaakt. Het was immers juist doordat het haar, König, niet lukte voldoende bomen te verkopen dat de bomen uit de markt groeiden.
Dat de slechte verzorging door [appellant] ertoe zou hebben geleid dat de bomen sterk in kwaliteit achteruit zijn gegaan en uiteindelijk zelfs zijn omgekapt (zoals König in de akte houdende uitlating na interlocutoir arrest aanvoert) is onvoldoende gebleken. Dat de bomen uiteindelijk zijn gekapt kan - zoals het hof hiervoor heeft overwogen - al een gevolg zijn van het doorgroeien van die bomen, en König heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat daarvoor in dit geval andere oorzaken waren. Uit de rapporten van Van der Sterren en Kuppens, waarop König daarvoor een beroep heeft gedaan, blijkt geenszins dat de kwaliteit van de bomen zo slecht was als König stelt. Wel blijkt uit het rapport van Van der Sterren dat voor een gedeelte van de bomen gold dat ze of op korte termijn moesten worden afgenomen of dat ze moeten worden vernietigd, hetgeen de stellingen van [appellant] bevestigt. Wat de andere bomen betreft wordt opgemerkt dat ze nog een jaar kunnen blijven staan, hetgeen impliceert dat ze daarna verwijderd zullen moeten worden. Van der Sterren ontkent de stelling van König dat de bomen zeer nat staan, en stelt dat hij zeker geen waterschade heeft waargenomen.
Ook uit het rapport van Kuppens blijkt dat in ieder geval voor een aantal bomen gold dat ze te zwaar waren geworden om te verplanten en te verkopen, dit omdat ze in 1993 niet waren afgenomen. Ook uit dit rapport blijkt niet dat de bomen slecht verzorgd zijn, integendeel.
Daartegenover heeft König alleen enkele verklaringen van hemzelf en anderen direct betrokkenen overgelegd, maar geen rapporten van onafhankelijke deskundigen. Uit de door hem overgelegde foto's valt onvoldoende af te leiden dat sprake is van slechte verzorging van de bomen of van slechte kwaliteit van de afzonderlijke bomen. Op de foto's is slechts een beperkt aantal bomen te zien terwijl bovendien uit die foto's niet zonder meer blijkt dat al die bomen slecht verzorgd zijn. Dat op enkele foto's een waterplas te zien is, is niet van groot gewicht, omdat niet duidelijk is op welk moment die foto is genomen en hoe lang die plas daar gelegen heeft.
Het hof zal König in de gelegenheid stellen te bewijzen dat [appellant] de bomen slecht heeft verzorgd, en dat dat ertoe heeft geleid dat de bomen uiteindelijk vernietigd moesten worden, dan wel dat de slechte verzorging tot gevolg had dat van König niet langer verlangd kon worden dat zij de bomen afnam.