ECLI:NL:GHSHE:2005:BA1945
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Zwitser-Schouten
- A. Begheyn
- P.C.M. van der Ven
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en garantstelling in huurovereenkomst en koopovereenkomst tussen Breda Industries B.V. en Interpolis Onroerend Goed
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 april 2005, staat de vraag centraal of Breda Industries B.V. zich heeft garant gesteld voor zowel een koopovereenkomst als een huurovereenkomst met N.V. Interpolis Onroerend Goed. Het hof oordeelt dat Breda Industries niet heeft bewezen dat haar vertegenwoordiger, [naam], niet bevoegd was om de garantstelling te verlenen zonder toestemming van zijn medebestuurder. De getuigenverklaringen die Breda Industries heeft ingebracht, zijn niet overtuigend genoeg om het tegendeel aan te tonen. Het hof wijst erop dat de verklaring van [naam 2] de stelling van Breda Industries tegenspreekt, en dat er geen bewijs is dat [naam 3] bezwaar had tegen de garantstelling.
Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest waarin het al heeft geoordeeld dat Breda Industries zich garant heeft gesteld voor de huurovereenkomst. De grieven van Breda Industries, die zich verzetten tegen deze conclusie, worden verworpen. Het hof benadrukt dat de garantie niet alleen betrekking heeft op de koopovereenkomst, maar ook op de huurovereenkomst, en dat de argumenten van Breda Industries onvoldoende zijn onderbouwd.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank te Breda van 12 maart 2003, waarbij Breda Industries in de kosten van het geding in hoger beroep wordt veroordeeld. De uitspraak is gedaan door de rechters M. Zwitser-Schouten, A. Begheyn en P.C.M. van der Ven, en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 26 april 2005.