ECLI:NL:GHSHE:2006:AV0720

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20-010338-05
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van doodslag en diefstal met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht. De verdachte was beschuldigd van betrokkenheid bij de dood van een slachtoffer op 29 juli 2004 in Maastricht, waarbij zij samen met anderen geweld had gebruikt. De tenlastelegging omvatte onder andere doodslag en diefstal met geweld. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verdachte niet op de hoogte was van de plannen van de medeverdachten om te 'carjacken'. De getuigenverklaring van een medeverdachte, die verklaarde dat de verdachte niet mocht weten wat de groep van plan was, speelde een cruciale rol in de beoordeling van de zaak. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet van de verdachte op de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen, omdat het hof van mening was dat zij niet op de hoogte was van de criminele activiteiten van de anderen en dat zij door hen was gebruikt. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 20-010338-05
Uitspraak: 1 februari 2006
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Maastricht van
25 juli 2005 in de strafzaak met parketnummer 03-005727-04 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Bij vonnis, waarvan beroep, is de vordering van de benadeelde partij - de nabestaanden van het [slachtoffer] - tot een gedeelte van EUR 977,80 toegewezen. De voeging duurt in hoger beroep van rechtswege voort voorzover de vordering is toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep -binnen de grenzen van haar eerste vordering - opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering. De vordering van de benadeelde partij in hoger beroep strekt derhalve tot betaling van EUR 12.647,94.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte van het primair, subsidiair, meer subsidiair onder A en B en meest subsidiair onder A en B zal worden vrijgesproken en dat de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk zal worden verklaard.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis, waarvan beroep, zal worden vernietigd, omdat het hof - anders dan de eerste rechter - niet komt tot een bewezenverklaring.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd:
dat zij op of omstreeks 29 juli 2004 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door met dat opzet die [slachtoffer]
- meermalen althans eenmaal met een honkbalknuppel, in elk geval met een hard voorwerp, op en/of tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of
- meermalen althans eenmaal met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het lichaam te steken en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht en met geschoeide voet tegen het hoofd
en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht met vuisten te slaan en/of te stompen,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd door of vergezeld van enig strafbaar feit, te weten diefstal van een personenauto, merk Volvo, type XC 90, en/of een horloge van het merk Breitling en/of een beurs met inhoud en/of een halskettinkje, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
dat zij, verdachte, op of omstreeks 29 juli 2004 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto van het merk Volvo, type XC 90, en/of een horloge van het merk Breitling en/of een beurs met inhoud en/of een GSM en/of een halskettinkje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan haar, verdachte, en/of aan haar, verdachtes, mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan haar, verdachtes, mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestond in het die [slachtoffer]
- meermalen althans eenmaal met een honkbalknuppel, in elk geval met een hard
voorwerp, op en/of tegen het hoofd en/of het lichaam slaan en/of
- meermalen althans eenmaal met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig
voorwerp in het lichaam steken en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht en met geschoeide voet tegen het hoofd en/of
het lichaam schoppen en/of trappen en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht met vuisten slaan en/of stompen,
welk vorenomschreven feit de dood van voornoemde [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
A.
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] op of omstreeks 29 juli 2004 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, door met dat opzet die [slachtoffer]
- meermalen althans eenmaal met een honkbalknuppel, in elk geval met een hard voorwerp, op en/of tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of
- meermalen althans eenmaal met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het lichaam te steken en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht en met geschoeide voet tegen het hoofd en/of
het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht met vuisten te slaan en/of te stompen
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd door of vergezeld van enig strafbaar feit, te weten diefstal van een personenauto, merk Volvo, type XC 90, en/of een horloge van het merk Breitling en/of een beurs met inhoud en/of een halskettinkje, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, op of omstreeks 29 juli 2004 in de gemeente Maastricht en/of in de gemeente Valkenburg aan de Geul, in elk geval in het arrondissement Maastricht opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen aldaar opzettelijk voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] met haar, verdachtes, personenauto naar de plaats des misdrijfs te vervoeren en/of in de nabijheid van
de plaats van het misdrijf op de uitkijk te verblijven teneinde voornoemde [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] bij onraad te kunnen waarschuwen
en
B.
dat zij in of omstreeks de periode van 29 juli 2004 tot en met 20 oktober 2004 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, een bedrag aan geld, als vergoeding voor benzine heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd bedrag aan geld wist dat het door misdrijf verkregen was;
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
A.
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6], op of omstreeks 29 juli 2004 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een personenauto van het merk Volvo, type XC 90, en/of een horloge van het merk Breitling en/of een beurs met inhoud en/of een GSM en/of een halskettinkje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan haar, verdachte, en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die
[medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6],
welke diefstal werd voorafgegaan door en/of vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf/henzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld bestond in het voornoemde [slachtoffer]
- meermalen althans eenmaal met een honkbalknuppel, in elk geval met een hard voorwerp, op en/of tegen het hoofd en/of het lichaam slaan en/of
- meermalen althans eenmaal met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in het lichaam steken en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht en met geschoeide voet tegen het hoofd en/of
het lichaam schoppen en/of trappen en/of
- meermalen althans eenmaal met kracht met vuisten slaan en/of stompen,
welk vorenomschreven feit de dood van voornoemde [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, op of omstreeks 29 juli 2004 in de gemeente Maastricht en/of in de gemeente Valkenburg aan de Geul, in elk geval in het arrondissement Maastricht, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen aldaar opzettelijk voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] met haar, verdachtes, personenauto naar de plaats des misdrijfs te vervoeren en/of in de nabijheid van
de plaats van het misdrijf op de uitkijk te verblijven teneinde voornoemde [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] bij onraad te kunnen waarschuwen,
en
B.
dat zij in of omstreeks de periode van 29 juli 2004 tot en met 20 oktober 2004 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, een bedrag aan geld, als vergoeding voor benzine heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd bedrag aan geld wist dat het door misdrijf verkregen was.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het volgende gebleken.
De verdachte is op de avond van 28 juli 2004 door [medeverdachte 1] opgebeld met het verzoek met haar auto naar Maastricht te komen. De verdachte heeft aan dat verzoek gevolg gegeven. In Maastricht zijn [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in de auto van de verdachte gestapt, waarna zij op verzoek met hen naar de parkeerplaats "Keelbos", gelegen langs de A79 te Valkenburg aan de Geul, is gereden. In de auto van [medeverdachte 6] zijn deze, [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] naar die parkeerplaats gekomen. Op genoemde parkeerplaats zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] uit de auto van de verdachte gestapt, waarna [medeverdachte 2] op de parkeerplaats heeft plaatsgenomen in de auto van [medeverdachte 6].
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] zijn vervolgens met het [slachtoffer] in diens Volvo XC 90 meegereden naar het plateau van de Sint Pietersberg in Maastricht; de verdachte en [medeverdachte 3] zijn achter de Volvo XC 90 aangereden en eveneens naar het plateau van de Sint Pietersberg gereden. [medeverdachte 6], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] zijn korte tijd later vanaf de parkeerplaats vertrokken; zij zijn ongeveer halverwege de toegangsweg naar het plateau van de Sint Pietersberg blijven staan. [medeverdachte 4] is vervolgens te voet naar het plateau van de Sint Pietersberg gegaan.
Op de Sint Pietersberg is het [slachtoffer] geslagen, onder meer met een honkbalknuppel, geschopt en gestoken met een mes, ten gevolge waarvan hij is komen te overlijden. Vervolgens is de personenauto van het slachtoffer van het merk Volvo, type XC 90, een horloge van het merk Breitling, een beurs met inhoud en een GSM van het slachtoffer weggenomen.
Aan de verdachte is onder primair, subsidiair, meer subsidiair sub A en meest subsidiair sub A in verschillende varianten tenlastegelegd dat zij strafrechtelijk verwijtbaar betrokken is geweest bij de hiervoor omschreven feiten.
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof evenwel niet gebleken dat de verdachte het opzet heeft gehad, in welke vorm dan ook, op één van voornoemde tenlastegelegde gedragingen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is immers komen vast te staan dat de verdachte, toen zij door [medeverdachte 1] werd benaderd om hem en enkele anderen naar Valkenburg en weer terug naar Maastricht te brengen, niet is geïnformeerd omtrent het doel daarvan. Ook is het hof niet gebleken dat de verdachte anderszins in kennis is gesteld van het voornemen van de overige leden van de groep, waarvan de verdachte die avond en nacht deel uitmaakte, om te gaan "carjacken". Sterker nog: uit het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof de overtuiging bekomen dat de verdachte van dat voornemen welbewust onkundig is gehouden.
In dit verband acht het hof met name van belang dat door [medeverdachte 2] ter terechtzitting in hoger beroep als getuige is verklaard, dat [medeverdachte 1] de verdachte had opgebeld op verzoek van [medeverdachte 5], waarbij [medeverdachte 5] had gezegd dat de verdachte niet mocht weten wat de groep ging doen, omdat het beter was dat zo min mogelijk mensen wisten van de voorgenomen carjacking.
Op grond van de voormelde verklaring van [medeverdachte 2], alsmede op grond van de indruk, die het hof bij het onderzoek ter terechtzitting heeft gekregen van de persoon van de verdachte, acht het hof de verklaring van de verdachte, dat zij van niets geweten heeft en dat zij door de anderen is gebruikt "omdat zij zo dom is", geloofwaardig. Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van hetgeen aan haar primair, subsidiair, meer subsidiair sub A en meest subsidiair sub A ten laste is gelegd.
Met betrekking tot de onder meer subsidiair en meest subsidiair telkens sub B aan de verdachte tenlastegelegde opzetheling, is het hof met de advocaat-generaal en de verdediging van oordeel dat de verdachte eveneens moet worden vrijgesproken, reeds omdat uit het onderzoek ter terechtzitting niet is komen vast te staan dat het door [medeverdachte 1] aan de verdachte betaalde "benzinegeld" afkomstig was van de opbrengst van de verkoop van de gestolen Volvo XC 90, nog daargelaten, zo dat al het geval was, dat niet is gebleken dat de verdachte daarom-trent enige wetenschap had.
Schadevergoeding
De benadeelde partij heeft in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ingediend tot een bedrag van EUR 12.647,94. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 977,80. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft in het verlengde van de gevorderde vrijspraak van het aan de verdachte tenlastegelegde geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van de benadeelde partij.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij in haar vordering niet worden ontvangen, met een beslissing omtrent de kosten als hierna zal worden vermeld.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht;
verklaart niet bewezen, dat verdachte het primair, subsidiair, meer subsidiair onder A en B en meest subsidiair onder A en B ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. J.M.W.M. van den Elzen, voorzitter,
mr. N.J.L.M. Tuijn en mr. W.E.C.A. Valkenburg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van dhr. J.M.A.W. Koningstein, griffier,
en op 1 februari 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.