ECLI:NL:GHSHE:2006:AV4828
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H. Harmsen
- O.M.J.J. van de Loo
- A. de Lange
- Rechtspraak.nl
Bewijsuitsluiting bij staandehouding door Koninklijke Marechaussee
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1969, werd beschuldigd van het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De feiten vonden plaats op 21 augustus 2003 op de Rijksweg A-16 in Breda, waar de verdachte werd staande gehouden door wachtmeesters van de Koninklijke Marechaussee (KMAR).
Het hof heeft vastgesteld dat de opsporingshandelingen door de KMAR onrechtmatig waren, omdat de wachtmeesters geen bevoegdheid hadden om het rijbewijsregister te raadplegen en de verdachte te horen. Dit leidde tot de conclusie dat het bewijsmateriaal op onrechtmatige wijze was verkregen en derhalve niet als bewijs kon worden gebruikt.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de verdachte zou vrijspreken. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het eerdere vonnis vernietigd. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde overtreding van de Wegenverkeerswet 1994, omdat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de beschuldiging te onderbouwen.
De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van opsporingshandelingen en de bescherming van de rechten van de verdachte. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten.