ECLI:NL:GHSHE:2006:AW2548
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B. Bod
- M. de Groot-Van Dijken
- A. Huijbers-Koopman
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade aan aspergeplanten door werkzaamheden van loonbedrijf
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een appellant, een loonbedrijf, en meerdere geïntimeerden, waaronder een agrariër die aspergeplanten exploiteert. De appellant was in opdracht van de geïntimeerde werkzaamheden gaan verrichten op de aspergevelden, maar er ontstond schade aan de planten. De geïntimeerde vorderde een verklaring voor recht dat de appellant aansprakelijk was voor de schade en eiste betaling van een schadebedrag van € 39.971,70, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De rechtbank had eerder de incidentele vordering van de appellant tot onbevoegdverklaring afgewezen en de vordering van de geïntimeerde toegewezen. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat de rechtbank onbevoegd was, omdat de Algemene Werkvoorwaarden voor de Landbouwambachtsbedrijven (AWL) van toepassing waren, waarin arbitrage was overeengekomen voor geschillen. Het hof heeft de argumenten van de appellant overwogen, waaronder de lange handelsrelatie tussen partijen en de vermelding van de AWL op de facturen van de appellant.
Het hof concludeerde dat de AWL inderdaad van toepassing was op de overeenkomst tussen partijen en dat de rechtbank zich onbevoegd moest verklaren. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank vernietigd en de geïntimeerde veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. De uitspraak benadrukt het belang van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden in commerciële relaties, vooral in de agrarische sector, en bevestigt dat partijen aan deze voorwaarden gebonden zijn, ook als er geen expliciete schriftelijke overeenkomsten zijn gesloten.