ECLI:NL:GHSHE:2006:AW2617

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C0500565
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.A.M. van Schaik-Veltman
  • Venhuizen
  • Keizer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de vordering tot beluisteren van een geluidsband in een civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 februari 2006 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingeleid door [appellant] tegen de stichting Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland, h.o.d.n. Holland Casino Breda. De appellant, die zich in een gokverslaving bevond, vorderde schadevergoeding van Holland Casino, omdat hij meende dat het casino tekortgeschoten was in zijn zorgplicht. De appellant had een bedrag van € 320.000,= geëist, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. In het kader van het hoger beroep verzocht Holland Casino om afgifte van een geluidsband van een telefoongesprek tussen de appellant en een medewerker van het casino, om deze te kunnen vergelijken met een door de appellant overgelegde transcriptie van dat gesprek. Het hof oordeelde dat Holland Casino recht had op kennisneming van de originele geluidsband, en dat deze beluisterd diende te worden tijdens een comparitie van partijen. Het hof stelde voor dat de geluidsband zou worden beluisterd in aanwezigheid van de appellant en dat hij zorg zou dragen voor de benodigde afluisterapparatuur. De beslissing over de proceskosten werd gereserveerd, en het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad. Het hof gaf ook aan dat de partijen zich verder konden uitlaten over de geluidsband tijdens de comparitie.

Uitspraak

typ. ML
rolnr. C0500565/BR
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
tweede kamer, van 14 februari 2006,
gewezen in het incident tot afgifte van een bescheid als bedoeld in art. 843a Rv in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [plaats],
appellant, tevens verweerder in het incident,
procureur: mr. J.P. de Man,
tegen:
De stichting NATIONALE STICHTING TOT EXPLOITATIE VAN CASINOSPELEN IN NEDERLAND,
h.o.d.n. HOLLAND CASINO BREDA,
gevestigd te Breda,
geïntimeerden, tevens eiseres in het incident,
procureur: mr. J.E. Lenglet,
op het bij dagvaarding van 6 april 2005 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Breda onder zaaknummer 135184/HA ZA 04-1242 gewezen vonnis van 23 februari 2005 tussen appellant - [naam] - als eiser en geïntimeerde
- Holland Casino - als gedaagde.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar het vonnis waarvan beroep.
2. Het geding in hoger beroep
[appellant] is van dat vonnis tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft, onder overlegging van zes producties, bij memorie van grieven twee grieven (waarvan de eerste grief bestaat uit een onderdeel 1a en een onderdeel 1b) aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van voormeld vonnis en toewijzing alsnog van zijn vordering.
Holland casino heeft bij memorie van antwoord tevens houdende vordering tot afgifte ex art. 843a Rv de grieven bestreden en de afgifte verzocht van de originele bandopname, althans een kopie daarvan van een gesprek waarvan door [appellant] een transcriptie als productie 1 bij memorie van grieven is overgelegd, alsmede bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep.
[appellant] heeft hierop, onder overlegging van een productie, een antwoordakte in het incident genomen.
Daarna hebben de partijen de procesdossiers overgelegd voor uitspraak in het incident.
3. De incidentele vordering tot afgifte
3.1.1. In deze zaak verwijt [appellant] Holland Casino, kort samengevat, dat zij ernstig is tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens hem, [appellant], door niet in te grijpen in zijn bezoeken aan het Casino en zijn speelgedrag aldaar, zulks terwijl Holland Casino vanaf 22 maart 2000 bekend was met zijn gokverslaving. [appellant] vordert op die grond een bedrag van
E. 320.000,=, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, aan schadevergoeding voor de door hem dientengevolge geleden schade.
3.1.2. De rechtbank heeft de vordering van [appellant] afgewezen. [appellant] bestrijdt die beslissing in hoger beroep en beroept zich daarvoor (onder meer) op een door hem bij memorie van grieven (prod. 1) overgelegde transcriptie van een door hem op een geluidsband opgenomen telefoongesprek tussen hem en een medewerker, genaamd [naam], van Holland Casino.
3.2.1. Holland Casino heeft met redenen omkleed gesteld dat zij er belang bij heeft om, alvorens nader op vorenbedoelde transcriptie in te gaan, deze transcriptie te vergelijken met de onderliggende geluidsband. Holland Casino verzoekt daartoe primair op grond van art. 843a Rv afgifte van de geluidsband, althans een kopie daarvan, en subsidiair een bevel tot overlegging van (een kopie van) de geluidsband ingevolge art. 22 Rv.
3.2.2. [appellant] heeft zich tegen kennisneming van de originele geluidsband door Holland Casino niet verzet en het recht en het belang van kennisneming daarvan door Holland Casino onderschreven. [appellant] stelt echter dat het hier gaat om een opname die is gemaakt met een "Olympus Pearlrecorder S906, microcassetterecorder" en dat hij niet over een kopie van het bandje beschikt. [appellant] verzoekt om die reden dat het primaire verzoek van Holland casino in die zin wordt toegewezen dat het aan Holland casino wordt toegestaan het bandje in aanwezigheid van hem, [appellant], of een vertegenwoordiger van hem te beluisteren, althans een zodanige beslissing te nemen dat de authenticiteit van de opname na het beluisteren gewaarborgd blijft.
3.3.1. Het hof stelt voorop dat Holland Casino een gerechtvaardigd belang heeft bij kennisneming van de originele geluidsband waarop het gesprek is vastgelegd waarvan [appellant] een transcriptie heeft overgelegd. Dit vloeit al voort uit het in art. 85 lid 2 Rv erkende recht van een partij tot "inzage" in het originele stuk van een productie waarop de wederpartij zich beroept.
3.3.2. Het hof zal, in aanmerking genomen hetgeen door ieder van de partijen is aangevoerd, de vordering van Holland Casino in die zin toewijzen dat Holland Casino in de gelegenheid zal worden gesteld de betreffende geluidsband te beluisteren. Het komt het hof praktisch voor om Holland Casino die gelegenheid te bieden op een bij dit arrest te bepalen comparitie van partijen. Dat heeft, voor het geval de geluidsband bij de beoordeling van de zaak dient te worden betrokken, tevens het voordeel dat deze band niet alleen door de partijen maar ook door het hof, althans een daartoe te benoemen raadsheer-commissaris, is beluisterd en de bevindingen daarvan in een proces-verbaal van de terechtzitting kunnen worden neergelegd. Bovendien zullen de partijen zich dan ter comparitie over de geluidsband verder kunnen uitlaten.
Nu de bandopname een gesprek behelst tussen [appellant] en ene [medewerker], die volgens Holland Casino haar medewerker [naam] is geweest, acht het hof het raadzaam dat voormelde persoon bij het beluisteren van de band aanwezig is. Het hof geeft Holland Casino daarom in overweging om ook deze medewerker ter comparitie mee te brengen. Indien [appellant] na de veronderstelling van Holland Casino dat [medewerker] de gesprekspartner in het telefoongesprek is geweest van mening is dat het om een andere persoon gaat, wordt hem verzocht dit tijdig voor de comparitie aan Holland Casino mede te delen.
3.3.3. [appellant] dient ervoor te zorgen dat de bewuste band kan worden beluisterd. Hij dient voor de daarvoor benodigde afluisterapparatuur te zorgen.
3.4. Het hof zal de beslissing over de kosten van het incident reserveren.
4. De beslissing
Het hof:
in het incident:
bepaalt dat Holland Casino de geluidsband van het gesprek waarvan door [appellant] een transcriptie is overgelegd (prod. 1 bij memorie van grieven) zal kunnen beluisteren op een comparitie van partijen, waar partijen, vergezeld van hun raadslieden, dienen te verschijnen en die zal worden gehouden ten overstaan van mr. J.A.M. van Schaik-Veltman als raadsheer-commissaris in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch;
bepaalt dat [appellant] ter comparitie de geluidsband ter beschikking heeft en ervoor zorgt dat deze met door [appellant] meegebrachte apparatuur kan worden beluisterd;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 28 februari 2006 voor opgave verhinderdata van de partijen (met inbegrip van de in r.o. 3.3.2 genoemde gesprekspartner in het telefoongesprek op de bandopname) en hun raadslieden op maandagen en donderdagen in de eerstkomende vier maanden na de datum van dit arrest;
bepaalt dat de procureur van Holland Casino bij zijn opgave een kopie van het procesdossier overlegt;
reserveert de beslissing over de proceskosten;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het in het incident meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Schaik-Veltman, Venhuizen en Keizer, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 14 februari 2006.